Be prepared to suffer – Mitic 2017
Er zijn trails die tot de verbeelding spreken. Na een paar jaar van horrorverhalen op MudSweatTrails over de Ronda del Cims besloot ik vorig jaar om eens mee te doen aan de Mitic. Een van de ‘kleine zusjes’ van de Ronda. 112km met een kleine 10km D+.
De start op vrijdagavond om tien uur wordt met veel spektakel en vuurwerk opgeleukt. De eerste kilometers gaan langs de weg en daardoor lekker vlot. Aangemoedigd door het publiek worden we de eerste berg opgejaagd. Het klimmen gaat me makkelijk af. Eenmaal boven gaan we weer naar beneden. Waarna we weer naar boven gaan. Richting Pla Estany, de eerste refuge op 15km. De lintjes leidden ons door een veld met koeien. En een stier. Die blijkbaar niet vies was van koeien. Hij ging ongestoord zijn gang terwijl alle berghollers er passeerden. Na de ravito wachtte de klim naar de Pic Comapedrosa. Met krap 3000 meter de hoogste piek van Andorra. Na de eerste 200 meter blijft het stijgingspercentage 30%. Soms meer. Het enige dat veranderd is de ondergrond.Losse rotsen gaan over in gigantische blokken. Nog hoger schuifelen we over wat sneeuwplaten.Af en toe komen er wat stenen naar beneden losgetrapt door de loper voor me. Goed uitkijken!
Eenmaal op col balanceer ik behoedzaam over de graat naar de top. Hier staat een doedelzakman Amazing Grace voor me te spelen terwijl een vrijwilligster mijn nummer scant. Jammer dat het nacht is. Ik had het uitzicht graag gezien. De afdaling is technisch maar goed te doen. Langs het bergmeertje Estany Negre ligt een pak sneeuw. Het paadje is gebaand door de lopers voor me. Als je valt glijd je zo het water in.
Bij de refuge Comapedrosa is men al bezig met opruimen. Een paar koppen thee kunnen er wel af. En wat gedroogd fruit. Op weg, 15 minuten later gooi ik alles er weer uit. De volgende klim haal ik een loopster in richting Portella Sanfons. Bij de downhill die volgt haalt ze mij weer in. Dit zal de komende uren nog een keer of zes, zeven gebeuren.
De uitzichten zijn fenomenaal. Hollend over een bergrug ben ik de gelukkigste mens ter wereld. De hele race kan me op zulke momenten gestolen worden. Gewoon over zo’n bergkam dingesen is alles wat een mens nodig heeft. Vandaag heb ik een startnummer.
De zojuist genuttigde voeding geef ik terug aan de natuur. Al een paar uur houd ik niets meer binnen. Ik drink wat en neem een cafeïne gelletje. Daarop kun je even voort.
Bij de ravito Botella aangekomen check ik de tijd en bepaal hoe lang ik blijf. Schoenen en sokken uit. De voeten even laten drogen aan de lucht. Ik eet wat. En nog wat. Drink soep en thee.
“Het miezeren gaat over in regen. Echte regen.”
De komende kilometers zijn vlak. Andorrees vlak.
Er kan wat gerend worden. Een uur later wordt ik door vrijwilligers de goede kant op gewezen richting Bony de la Pica. Een top van net 2400 meter. Op je startnummer staat het profiel van de route getekend. De werkelijkheid is vaak iets anders.
Het kan zomaar zijn dat je een kilometer of wat over kammen loopt. Rent. Ja, man! Heaven!
Voor ik boven ben geef ik weer over. Er is niets dat ik binnen kan houden. Dit kan een probleem worden. Een auto rijdt ook niet zonder benzine. Op de top staan weer vrijwilligers. Ik maak een praatje en wat foto’s. Even rust. Het uitzicht en de warme ontvangst ontroeren me. De afdaling die volgt begint met wat graatdansen. Honderd meter lager staan weer vrijwilligers. ‘Just in case’.
Het volgende stuk is verschrikkelijk. Losse stenen en zand op een 40-50% helling. Kettingpassages. Allemaal zaken waarop ik getraind heb. Maar eenmaal in je eentje tussen hemel en aarde hangend ziet de wereld er toch even anders uit.Als je met zijn tweeën loopt of met een groepje is het altijd makkelijker. Zeker op een parcours als dit. Je kan elkaar helpen, ondersteunen, er doorheen slepen. In een groep lopen vergroot je finish kans op een ultratrail. Valsspelen? Of niet?
Hoe dan ook, ik hang hier aan een ketting en klauter om een rotspunt heen om weer vaste voet te krijgen. Een stukje verder leeg ik mijn maag weer eens. De kleur is geel dit keer. Ik besluit tot een korte pauze. Het duurt een paar minuten tot mijn maag tot rust is gekomen.
Ik vervolg mijn weg neerwaarts. Letterlijk en figuurlijk. Rennen is lastig. Als je niet op je plaat wilt gaan moet je zeer behoedzaam je stappen zetten. Ik ben jaloers op die lui die over dit soort paden naar beneden rennen.
Na dik vier uur afdalen arriveer ik meer dood dan levend maar voor de limiet bij de Lifebase in Margineda. Claudette staat me er op te wachten. Margineda. Een ervaren Ronda del Cims loper had me al gewaarschuwd dat het om dit punt draait. Veel Mitic en Ronda lopers stappen hier uit. Als je hierna kan doorgaan, kun je het redden.
Al drie maanden had ik dit in mijn kop zitten: wat er ook gebeurd: doorlopen bij Margineda! De tank is leeg. Het lijf roept om verzorging en ik kan het niet negeren. Zij haalt eten voor me terwijl ik aangeef dat ik ga stoppen. Een paar tranen moet ik wel laten. Deze 45 kilometer waren de zwaarste uit mijn bescheiden trailcarriére. Maar wat een geweldige trail heb ik vandaag niet afgemaakt! Als de eerste 33% al zo gers was hoe zal de rest dan wel niet zijn?
Ik besluit dat ik hier een bonnetje open heb staan. Dat kom ik ooit eens afrekenen. Dat staat vast.
Voorlopig maar eens wat aandacht besteden aan mijn afdaalkwaliteiten. Mocht iemand overwegen om na dit verhaal ook eens de Mitic of de Ronda del Cims te lopen, voor hen heb ik deze raad: Doe het niet! Of ga eens een weekje trainen in dit soort bergen. Hoe dan ook: be prepared to suffer!
Trackbacks/Pingbacks