(Kleine TDG impressie achteraf)
Val Ferret ligt erbij alsof een goddelijke macht flink zijn best op het dal heeft gedaan. Links rijzen de machtige wanddelen van les Grandes Jorasses naar boven. Ongenaakbare granietpeilers waartussen tonnen ijs er enigszins zondags bijhangen. Het mens is hier nietig en klein en onbeduidend. Een kwakje gestileerde proteïnen.
Naast de smalle weg richting Zwitserland stroomt een vinextuinbrede rivier. Vol forel lijkt het, want tientallen vliegvissers doen hun best de beesten op het droge te krijgen.
Aan de andere kant van het dal glooit dun wordend bos richting de boomgrens. Daarboven gebeurt het. Rugnummers vastgespeld aan een eindeloze rij lopers tonen aan dat Europeanen nog voldoende geld hebben om zich in hobbyverband nomadisch van punt A naar punt A voort te bewegen. Zinloos.
De winnaar van deze berg voetrace is 24 jaar oud en legt in 80 uur de 350 km van Courmayeur naar Courmayeur af, non-stop. Aan de finish zijn de overwonnen 24.000 hoogtemeters hem nauwelijks af te zien. Voor een microfoon friemelt de schuchtere Zwitser zenuwachtig aan zijn wangzakken. Waarschijnlijk groeit daar wat dons. Een anti-held! Wie deze wedstrijd wint kan geen slecht mens zijn. Slechte mensen winnen dit soort wedstrijden niet.
Op het moment dat het jong zijn overwinning bezegelt met een lauw blik bier stort een kleine duizend meter boven hem een concurrent in, laten we zeggen in het zicht van de finish. “Ook dit is sport”, zou Mart Smeets de beelden van commentaar kunnen voorzien. De bijna-nummer-drie wordt door de hitte bevangen, oververhit, onderkoeld en uitgeput afgevoerd en uit de koers gehaald. Sport, maar meer nog een klein menselijk drama.
Etmalen lang doorgaan in onherbergzaam terrein, bij nacht, overdag, in de hitte, door de sneeuw. Om te eindigen waar de race begon. Wat bezielt deze mensen?
De schoonheid van hemelshoge eeuwig besneeuwde bergtoppen? Een kudde steenbokken op een verlate morene in het eerste ochtendlicht, of het gepiep van duizend kilo marmottenvlees op de bergflanken? De hompen bergkaas en grote gerookte hammen die de dalbewoners trots aan de lopers presenteren? De uitdaging van het onmogelijke?
Ik ben er na dagen niet achter gekomen. Maar het blijft me fascineren.
Trackbacks/Pingbacks