Selecteer een pagina

‘Dan ga je toch gewoon ergens anders een stukkie lopen?’ E101

door | jul 25, 2017 | Nieuws

Het was zo’n 53 kilometer door de bergen knallen naar de start van de race in Burglaunen. De eerste helft van de Eiger Ultratrail liep ik probleemloos en beheerst. Rennen waar mogelijk. Sterk klimmend. Behoedzaam afdalend. Goed, de klim naar Faulhorn blijft een bitch. Maar hij kostte me minder moeite dan drie jaar geleden tijdens de E51. De laatste afdaling naar de ravito neem ik dit keer non-stop vol gas. De krachttraining heeft gewerkt.

In Burglaunen neem ik de tijd om mezelf te verzorgen. Droog shirt, droge sokken, een bord spaghetti en een paar bekers cola. Ik maak de voorgenomen rusttijd niet vol maar vertrek met goed gemoed richting Wengen.
Na een dag van redelijke drukte op de trail word ik in de vallende avond omringd door de rust van het bos en de bergen. Er wordt nauwelijks gecommuniceerd tussen de weinige lopers op het parcours. Ergens staat een bordje: ‘Wengen, 2 stunden’. Plots schiet de limiet door mijn hoofd. Alleen sjok ik verder de berg op. Negatieve gedachten nemen de overhand. Dat ga ik nooit halen in dit tempo. Dan maar uitstappen. Ik ben niet geschikt voor deze sport. Langloperij is niet leuk. Ik besluit er dan een maar een downhill training van te maken. ‘Haal er uit wat er in zit.’
Bovenaan het pad wordt me de richting naar Wengen gewezen. Ik begin te rennen en hou dat vol. Bergafwaarts geef ik gas. Eenmaal in Wengen verbaas ik me over mijn ruime voorsprong op de limiet. Voorraden bijvullen, even zitten en wat drinken.
De volgende cut-off is een paar uur verder en 800 meter hoger. Wetende dat het krap word loop ik door. Lullig als je die hele klim doet en boven uit de race genomen wordt.
De klim is niet technisch maar genadeloos voor limietlopers als ondergetekende. Op verschillende plekken langs de helling bivakkeren race officials. Goed voor de moraal. Eenmaal de lawinehekken gepasseerd is het nog zo’n vijf tot zes Rotterdamse Alpen tot de top. Samen met een Japanse en een Zwitserse loper bereik ik de opstap. De Zwitser legt dit moment vast met zijn Gopro.
Als ik het vlak opstap gebeurd er iets met me. Ik schreeuw het uit en begin te rennen naar de ravito. Daar zie ik dat ik nog een kwartier extra heb gewonnen op de limiet! Alle twijfels en negativiteit verdampen in de laatste avondzon. Ik begin te schransen en soep naar binnen te werken terwijl ik mijn merinotruitje aantrek onder mijn windjack. 80 meter verder stijgt een heli op met reddingswerkers. Ik merk dat de temperatuur flink gedaald is. Kan mezelf wel voor mijn kop slaan omdat ik mijn lange broek in de dropbag heb gelaten. Major mistake!
Een official zegt me dat de temperatuur de komende nacht rond de twee graden zal blijven. En dat ik beter mijn lange broek aan kan trekken. Ik knik en zeg dat ik ‘m in mijn backpack heb zitten. Ik loop een hoekje om en begin te rennen. Deze trail ga ik uitlopen. Wellicht krijg ik een tijdstraf maar ik loop ‘m uit!
In de treinremise bij Kleine Scheidegg op 80 kilometer is een ravito. Ik voel me geweldig! Begroet iedereen en probeer daarmee vooral de aandacht van mijn korte broek af te leiden. Vreten, zuipen, vaseline op plekken smeren, veters strikken en gaan!
Een klim langs de Eigergletscher en het station van de Jungfraujoch brengen me naar een lange afdaling onderlangs de Eigerwand. Jammer dat het donker is. Ik krijg een deja vu van de Pic Comapedrosa nu zeven dagen geleden.
Tien kilometer voor de meet zit er nog een venijnig heuveltje in de route. Bovenop staat zeer strategisch nog een verzorgingspost. In de wetenschap dat ik goed ga finishen neem ik de tijd voor een kop bouillon. Het laatste stukje is hoofdzakelijk asfalt. Het klimmetje naar de finish doet me in tegenstelling tot drie jaar terug weinig.
Ondanks het onchristelijke tijdstip staan er toeschouwers langs de route en wordt er geklapt als ik gas geef voor de laatste meters. Het is een aangename verrassing dat Jan Lucas en Marc Weening me staan op te wachten en me een lift naar de accomodatie aanbieden.

Wat vooraf ging. Een week eerder miste ik de kracht om de Mitic af te ronden. Een pittige bergtrail in Andorra. Na 45 km en 3,5km D+ moest ik uitstappen. (‘#held, #goeiebeslissing, #teiltje!’)
Daags erna liep ik er nog van te balen. Toen zei mijn lief tegen mij: ‘dan ga je toch gewoon ergens anders een stukje hollen? Je bent toch nog vrij.’ Wat een wereldidee! Kijk! Daarom ben ik met haar getrouwd.
Na wat brainstormen en zoeken bleek Marc Weening een uitvaller te hebben op de E101. Dankzij kordate actie van MudSweatTrails was de transfer vlot geregeld. Dinsdagmorgen kwamen we thuis uit Andorra. Dinsdagavond was het startnummer geregeld. Woensdag zat ik in de auto richting Zwitserland.

Splash this around