Selecteer een pagina

Door: Bouwe Bossenbroek

Ingeklemd tussen Annecy, Albertville en Chambery ligt het nationaal park “des Bauges”. De indrukwekkende besneeuwde toppen waar dit gebied op uitkijkt zorgen er voor dat mensen dit gebied links laten liggen of liever een duik nemen in het meer van Annecy. Met toppen die amper de 2.000 meter aantikken lijkt het gebied weinig uitdagend, toch is niks minder waar.

Slechte omstandigheden in een door ons geplande route zorgen er voor dat de door ons geplande dagen anders ingevuld moeten worden. De vrijdag voor vertrek wees Marc mij op een route met de 14 hoogste toppen (2.000 D+) van de Bauges als uitgangspunt. Een ruim 85km lange route met meer dan 8.000 hoogtemeters over onherbergzaam terrein.

Francois D’Haene liep hier in 2018 een FKT in 18,5 uur welke in 2020 aangescherpt werd door de “local” Aurélien Dunanad-Pallaz die de route in 14,5 uur wist te lopen.  Met een beperkte voorbereiding  besloten wij ons te richten op 35uur lopen waarbij we de nacht zouden doortrekken wat voor mij een nieuwe ervaring zou zijn.

Uiteindelijk vertrekken we op vrijdag om 7:30 uur van de “parkeerplaats” boven Frontenex voor onze tocht. Samen met Anouk (die in Chamonix woont) en Frank (een Duitse vriend van Anouk) voor onze tocht die in grote lijnen de FKT route probeerde te volgen.

Bij de eerste klim wordt meteen duidelijk wat dit gebied te bieden heeft. ‘Recht toe recht aan’ klimmetjes om zo snel mogelijk hoogtemeters te kunnen maken. Eenmaal op de top van de Dent de Cons (2.063 D+) kijken we uit over een schitterende graat en zien we om ons heen de besneeuwde toppen van de omliggende gebieden liggen. Op de kilometers lange graat worden we getrakteerd op mooie technische en luchtige passages voordat we afdalen naar Les Combes waar de volgende lange klim naar Pointe de la Sambuy (2.198D+) op ons wacht. De “recht toe recht aan” paadjes in combinatie met de constant brandede zon zorgen ervoor dat ik de ruim 1400 hoogtemeters slecht verteer. Op de top blijkt alle inspanning echter weer ruimschoots beloond te worden.

Wat volgt is een steile technisch stukje afklimmen om uit te komen op de steile graat die  de la Sambuy met de Pointe de Chaurionde  verbind. Er staat geen pad aangegeven op de kaart en zeker het afklimmen van de la Sambuy is een onderneming die veel concentratie en goede “bergbenen” vereist.  Een alternatief zou de route via Chalet du Drison kunnen zijn, minder steil en technisch.

We dalen af naar col d’Orgeval waar Frank en Anouk hun eigen route oppakken. De schaarste aan water in combinatie met de warmte heeft hen doen besluiten hun route aan te passen om zo eerder water bij te kunnen vullen.  Marc en ik beginnen aan de beklimming van de Pointe d’Arcalod (2.217D+) deze rotswand vraagt wederom de nodige concentratie en kent maar één beloopbare route omhoog. Mijn energie level heeft op dat moment zijn dieptepunt bereikt en het kost me moeite om de top te slechte. Op de weg naar beneden worden we getrakteerd op een klein meertje van smeltwater welke niet op de kaart staat. Na een verkwikkende duik en een goede maaltijd hoop ik weer enigszins hersteld te zijn. Toch duurt het nog twee toppen (Tré le Mollard 2.035D+ en Mont de la Coche 2.078D+) voordat ik me weer iets beter ga voelen. Vanaf de Mont de la Coche dalen wij aan noord-oost kant af over sneeuwvelden en ongebaand terrein om een lager gelegen vee pad op te pakken welke ons verder de berg afleidt. We bereiken de parking onder aan Forêt de Coutarse tegen de tijd dat het begint te schemeren. Voordat we aan de lange klim omhoog richting de Mont Pécloz (2.179D+) beginnen worden we door een oud ‘accompagnateur en montagne’ en zijn vrouw getrakteerd op een glaasje wijn. Zij staan met hun camper wild te kamperen aan de doodlopende weg onder aan het dal.

Wanneer de schemering langzaam invalt en wij aan de klim omhoog beginnen ontvangen we een ingesproken bericht van Anouk en Frank, zij zijn bij daglicht aan de steile graat begonnen en op dat moment omgekeerd en terug aan het lopen omdat het te gevaarlijk werd. Zij adviseren ons om goed na te denken of we dit wel in het donker willen doen. Op basis van deze informatie schatten wij in waar zij waarschijnlijk zijn en besluiten op basis van hun hun ervaring de route aan te passen zodat we de passage niet in het donker hoeven te nemen. We trakteren onszelf op een uurtje slaap midden op het pad welke ik op dat moment goed kan gebruiken. Aansluitend klimmen we door naar col d’Arclusaz waar we getrakteerd worden op een prachtig uitzicht met ver onder ons de lampjes van St Pierre d’Albigny. Hierna volgt een onnavolgbaar steil pad ons verder de berg Dent d’Arclusaz (2.041D+) op, de klim loopt door hoge begroeiing en over een onduidelijk pad. Ik ben dan al bijna door mijn water heen en wetende dat er na deze top een mogelijkheid moet zijn om bij te vullen duurt de beklimming en technische afdaling in het donker eindeloos. Het water wat uiteindelijk bij Grange du Potat (een vervallen schuurtje) bijgevuld kan worden komt op het juiste moment. Vervolgens dalen we verder af en bij het opkomen van de zon bereiken we Epernay waar wij eerder een dropbag hebben verstopt. Na weer wat calorieën tot ons te hebben genomen vervolgen we onze route richting La Compôte. Het pad door bossen en weilanden is op sommige plekken erg onduidelijk en vraagt de nodige concentratie bij het zoeken van de juiste route. Een laatste venijnige klim en afdaling brengt ons bij het café onder in het dal waar we weer hebben afgesproken met Anouk en Frank. Zij hebben na hun hachelijke avontuur op de graat afgedaald en een paar uur geslapen om vanuit daar direct door het dal naar La Compôte te lopen. De onderkant van mijn voeten hebben het dan al zwaar te verduren en ik besluit de laatste top rechts te laten liggen. Met nog voldoende hoogtemeters en kilometers te gaan is de dag nog lang. In de broeiende zon beginnen Marc en ik aan de beklimming van de Col de Bornette. Een wederom gevarieerd landschap langs een prachtige rivier, door bossen en over hoog gelegen weide leidt ons uiteindelijk naar Les Ailes du Nant. Een klein hutje waar de waard en zijn dochter ons trakteren ons op een uitgebreid maal terwijl we in de diepte het meer van Annecy kunnen zien liggen. Met nieuwe energie dalen we uiteindelijk het laatste stuk af om na 34 uur, 86km en >6.000D+ de camping weer te bereiken. Anouk en Frank voegen zich niet veel later bij ons om onder het genot van een welverdiend biertje dit  avontuur af te ronden.

Des Bauges laten op mij een onuitwisbare indruk achter. Het gebied is ruig en niet vergevingsgezind. De route leiden ons veelal over steile graatjes en langs luchtige rots passages en steile beklimmingen. Goed kunnen navigeren en voldoende ervaring in de bergen zijn een must om hier een soortgelijke route te kunnen lopen. De route die wij liepen stond veelal niet op de kaart en volgde grofweg de FKT route waarbij wij als doel hadden om het gebied te doorkruisen en te finishen bij de camping. In het gebied is water vaak moeilijk voorhanden en bijvullen soms onmogelijk. In de paar dorpjes die je passeert zijn echter wel fonteintjes waar wij gretig gebruik van maakte en de rivier le Chéran kruist de route rond kilometer 30 waardoor wij ook konden bijvullen. Tegen het einde hadden we bij La Compôte  en voor de laatste afdaling de mogelijkheid om wat drinken te kopen.

Nationaal park des Bauges is een aanrader voor iedereen die op zoek is naar ruige natuur en eenzaamheid. Een gebied waar nog genoeg te ontdekken valt en je fantastisch kunt rondwalen!

Splash this around