Selecteer een pagina

Mijn eerste Skyrun: Livigno Skymarathon (ITA)

door | jun 29, 2017 | Nieuws, Trailen in het nieuws

Ik snak naar adem. Ben fitter dan ooit maar dit valt me zo ontzettend zwaar. Gedachten schieten door mijn hoofd. Heb ik mijzelf toch teveel belast met inlopen? Loop ik sneller dan tijdens mijn trainingen eerder die week en gaat het daarom zwaar? Of komt het omdat het nog geen 9 uur in de ochtend is en ik met heel veel moeite heel weinig heb kunnen ontbijten? Ik besluit te pauzeren. 30 seconden. 1 minuut. Het voelt als een eeuwigheid, fijn. Ondertussen knalt de groep door. De kopgroep is al ver voor me, maar nu halen ook de bejaarden en vrouwen mij in, sommigen zelfs zonder stokken. Het maakt me niet uit, maar ik realiseer me wel dat ik door moet. Het eerste ‘cut-off point’ verplicht me om door te komen binnen 2 uur op 9km (waarvan er maar enkele echt op tempo kunnen worden afgelegd) én om bijna 1.000 stijgmeters te maken! Met nog geen 300 stijgmeters achter de rug en 4km op de teller is langer bijkomen geen optie. Ik pak een muesli-bar en klim verder. Terwijl ik de bar in steeds kleinere stukjes vermaal merk ik dat doorslikken onmogelijk is tijdens deze inspanning. Weer een first. Ik spuug de troep uit en verman me. Door. Er is no-way dat ik mij binnen de eerste 2 uur al uit de race laat sturen…

30 minuten eerder

Zondag 18 juni. 8:00 uur. Daar sta ik dan. In het startvak van de Livigno Sky Marathon 2017 in Italië, op 1.800m hoog. To do: 34km en 2.600 hoogtemeters. Vanaf inschrijving heb ik bijna een half jaar de tijd gehad om mijzelf voor bereiden op dit monster. In al die tijd heb ik maar nauwelijks een echte berg laat staan rots gezien. Pogingen tot krachtopbouw zijn naast een core-stability klasje en krachtoefeningen i.c.m. atletiektraining beperkt gebleven tot een aantal bostrainingen in Amerongen, Sauerland en (misschien nog wel de beste training) de Koning van Spanje trail in Limburg (32km / 700hm). Om toch nog even écht gevoel te krijgen bij Sky Running ben ik 9 dagen eerder al naar Italië gegaan en heb ik flink wat hikes en trailruns gemaakt. Daarbij kon ik zowel het stijgen (met stokken, op veelal steile alpenpaden) als het dalen (rennen, over rotsen / gravel / paden en andere ondergrond) nog even goed in de praktijk brengen. Het lastigste was misschien nog wel het bepalen van de belastingsgraad van mijn lichaam: meer hoogtemeters maken en langer op hoogte lopen betekent betere acclimatisatie, meer gewenning voor de benen én meer oefening met het stijgen en dalen. Maar teveel betekent ook risico op overbelasting en niet top-fit aan de start staan. Uiteindelijk legde ik in de ruime week voorafgaand aan de race zo’n 65km af en maakte ik zo’n 4.500 klimmeters. Het meeste hiervan tijdens hikes, maar ook e.e.a. in trailruns. Hoogtepunt (letterlijk) werd een fraaie alpine top op 3.104m (Monte Breva). De dagen voor de race hield ik complete rust, als laatste fase van een goede voorbereiding.

Vertical K

Maar goed, nu dus aan de start. Voel me niet top. Ontbijten viel me zwaar (is niet mijn favoriete hobby). Een Italiaanse spraakwaterval galmt door de speakers. Geen idee wat er gezegd wordt, maar de club komt in beweging dus we zijn van start! Vol adrenaline knal ik mee met de 200 lopers die zich verzameld hebben in het centrum van het Italiaanse belastingparadijsje op de grens met Zwitserland. De eerste 3km zijn geheel vlak. Dat zouden uiteindelijk ook de enige écht vlakke kilometers worden in deze lange run. Ik weet dat het verschil tussen 12 of 15 km/uur lopen op deze eerste paar km verwaarloosbaar is op mijn eindtijd straks en wél een enorm verschil maakt in hoe fit ik een kwartier later de helling op ga, dus ik probeer me in te houden. Met een tempo van net onder de 5:00/km gemiddeld kom ik, nog vol in de middenmoot van de groep, aan bij het punt waar rennen geen optie meer is. Ik pak mijn stokken uit mijn nu al geliefde Salomon vest en begin met de klim. Vanaf hier wordt het heftig. De route is zo opgezet dat van de 2.600 hoogtemeters er maar liefst 900 in de komende 3km gepropt zijn. Dat is al bijna een respectabele Vertical K op zichzelf! Ik weet van mijn trainingsdagen dat ik zo’n 700 verticale meters per uur kan stijgen. De eerste checkpoint zit op 9km, en even rekenen leert me al snel dat die erg scherp staat. Want de afdaling die in dit deel van het traject zit is net zo steil en moet dus ook zorgvuldig gebeuren.

No rest for the wicked

Bovenaan de eerste klim (op 2.700m).

De klimt valt zwaar. Elke paar honderd stijgmeters sta ik even stil. Het lijkt soms een eeuwigheid maar betreft vaak slechts een minuut. Ik ben blij met mijn 2 liter meegenomen water want hoewel het pas 8 uur in de ochtend is en nog best fris op 2km hoogte druipt het zweet van mijn lichaam. Na 1 uur en 20 minuten ben ik eindelijk boven, op 2.700m. Vers water en voeding staat klaar. De lucht is ijler maar het maakt niet meer uit, ik ben er. Ik blijk, na de eerste 15-20 min hardlopen, 900 meter geklommen te hebben in één uur, een stuk sneller dan in mijn training eerder die week. Dat verklaart wellicht ook de zwaarte. Hoe dan ook ben ik blij met het resultaat. Maar no rest for the wicked, dit betekent dat ik nu nog 40 minuten heb om 3 horizontale kilometers af te leggen. Nou ja, horizontaal, dit deel gaat terug naar 2.400m dus een groot deel is technisch afdalen. Ik knal door. De route loopt hier over een fantastische bergpas. Voor mij zie ik een van de meest technische passages opdoemen: het stuk waar we met vaste kettingen en touwen een meter of 15 omhoog gaan langs de rotsen, via ferrata stijl dus. Wetende dat niet iedereen hier even sterk in is én dit een bottleneck zou kunnen vormen zet ik een sprintje in om het groepje lopers direct voor mij de pas af te snijden. Dat lukt, maar kost me op deze hoogte wel zoveel energie dat ik mijn longen voel branden en mijn hart in mijn keel zit. Nu bijkomen en anderen laten passeren defeats all purpose, dus ik negeer al mijn lichaamssignalen en trek mijzelf omhoog langs kettingen en touwen.

Technisch afdalen

Nu alleen nog afdalen en ik ben bij Checkpoint 1. Ik kijk op mijn horloge en weet dat ik het ga halen. Ondertussen geniet ik. Afdalen in

Links: Een fraaie uitgesleten bergpas waar de route overheen liep. Rechts: Een van de meest technische passages: omhoog langs vaste kettingen en touwen, via ferrata-stijl!.

de bergen heb ik altijd ellendig gevonden, maar dat kwam ook door de belasting van een zware rugzak en bergschoenen. Nu loop ik met een minimaal trail-vest en trailschoenen en voel ik me als een vis in het water. Ik dartel naar beneden en probeer een balans te vinden tussen zo snel mogelijk dalen maar wel controle houden. Zo nu en dan maak ik een bijna-misstap. Na een paar keer merk ik dat dat uitsluitend gebeurt als ik iets anders doe dan mij op mijn passen concentreren, zoals op mijn horloge kijken. Niet doen dus, want een misstap kan een enkel-sloper betekenen of in een erger geval zelfs een ongeluk. De hellingen zijn immers steil en hoewel ik de Spanjaarden, Zwitsers en Italianen absoluut niet kan evenaren maak ik toch best een vaartje naar beneden. Het checkpoint is in zicht! Nog 15 min. Ik schiet door naar beneden en met 10 minuten marge wordt mijn naam afgevinkt door twee Italiaanse dames. Gehaald. Een enorme opluchting maakt zich van mij meester. Dit was, voor zover ik kon inschatten, by far de lastigste tijd om te halen van de drie cut-off momenten. Ik loop tussen de achterste groep renners, maar het maakt me niet uit. Ik zag bij de start al aan kuiten en bovenbenen dat hier weinig amateurs mee liepen en voor mij was mijn doel dan ook vooral uitlopen binnen de gestelde tijd. Het halen van deze eerste checkpoint gaf me vertrouwen, want de volgende checkpoint zou ‘al’ over 11km komen en daar kon ik dan 3 uur over doen…

Over de graat

Na een korte rust (5 minuten), het bijvullen van mijn watervoorraad en inname van wat gedroogd fruit ga ik door. Deze checkpoint bevond zich helemaal in een dal, dus voor nu werd het meteen weer klimmen. Maar wat een gave klim zou dat worden! Het eerste stuk is singletrack de alp weer op. Dan verdwijnt de track. Maar niet de route-vlaggetjes. Vanaf hier vindt iedereen zelf zijn weg de steile gravel/morenen velden op, en af ten toe door een sneeuwveldje, tot op de graat. Nu begrijp ik waarom deze interval naar de volgende checkpoint ruimer gezet is dan de eerste. Het stijgen is zwaar en lastig maar wel gaaf. We komen aan op de graat, de bergkam, op 2.900 meter hoogte. Vanaf hier loopt de route ruim 1,5 kilometer over de bergkam. Links een steile helling naar beneden. Vallen en je rolt Italië in. Rechts een steile afgrond die eindigt in Zwitserland. Ik loop letterlijk op de grens van deze twee fraaie landen. Omdat ik niet levensmoe ben én niet zo ervaren als de lopers in de Sky Run promo filmpjes besluit ik aan de veilige kant van de graat te lopen, zoals de meeste lopers. Superlatieven schieten te kort voor dit deel van het traject, het is adembenemend, letterlijk én figuurlijk. De graat eindigt op de top van Piz Cassana, op zo’n 3.100 meter. Dit zou uiteindelijk ook het hoogste punt van de route worden.

Schuilen voor de heli

Fauna op de route.

Na een korte rust en bijvullen van mijn water op de top wil ik verder maar wordt ik tegengehouden. Ons groepje moet enkele minuten wachten, want er gaat een helikopter landen op de top en die heeft ruimte nodig. Een loper uit Catalonië is voor het eerst op hoogte en heeft zodanig last van zijn hoofd gekregen dat hij onwel wordt en niet verder kan en wil. Hoewel de kans op echt ernstige hoogte-gerelateerde problemen op 3.000m zeer klein is neemt de aanwezige reddingsdienst terecht geen enkel risico en wordt de man opgepikt door een helikopter. Achter de voedselpost schuilen we voor het rondvliegend zand en gravel en in enkele minuten is de operatie voltooid. Dit zie je niet graag, maar hoort óók bij skyrunning. En het is goed om te zien dat de Italianen professioneel omgaan met zo’n incident.

Glibberen en glijden over gravel en morenen

Dan weer naar beneden. Waar de eerdere afdalingen bestonden uit tracks en ik gecontroleerd maar (voor mijn doen) best snel kon afdalen is de helling hier compleet anders. We gaan een soort gravel-veld af en elke pas eindigt in meters doorglijden en rempogingen in hogere hoopjes gravel. In het begin stuntel ik maar na een tijdje heb ik door hoe hier het beste mee om te gaan en glij ik als het ware naar beneden. Om de zoveel meter stop ik even om zeker te weten dat ik niet steeds harder ga en controle verlies. Dit is gaaf. Dit is skyrunning. Ik realiseer me nu dat ik me ook weer echt goed voel. Alle zenuwen van het eerste stuk van de run zijn verdwenen en ik kan gewoon genieten van deze trip. Heerlijk. Als ik af en toe achter mij kijk zie ik dat we met een mannetje of 10 om elkaar heen draaien. We zijn de laatste lopers maar dat maakt niet uit. Als we weer op een iets technischer stukje komen haal ik een Russische hele jonge kerel in. Ik vraag of hij ook zo’n moeite had om de eerste check te halen. Absoluut niet, hij had 40 minuten marge. Verdwaasd vraag ik hoe het komt dat hij vervolgens 30 minuten ‘verloren’ is en ik naast hem loop. Simpel antwoord volgt: hoogtevrees. Mijn eerste gedachten is: “waarom dan in godsnaam deze skyrun, die voor een groot deel zeer exposed is en over bergkammen en rotsen loopt. Maar die gedachten wordt eigenlijk al meteen verdrongen door een andere: “Damn, wat een held, om dan tóch zo’n uitdaging aan te gaan”. Ik zou uiteindelijk nog tot vlak voor het einde stuivertje wissel met de jongen voeren, hij klom me er op elke helling uit en ik schiet hem naar beneden en op de graten steeds weer voorbij.

Over de helft

20km. Ik kom bij checkpoint 2, na ruim 4,5 uur lopen. Een half uur marge. Mooi, dat geeft wat extra ruimte voor de laatste 14km. Ook dit

Uitzicht over Livigno

punt staat in een dal, dus de afgelopen paar kilometers was dalen. Ik merk nu wel dat de moeheid in begint te zetten. Alles gaat gewoon net even wat minder soepel en het hardlopen op de relatief platte stukken kost nu ook veel energie. Vooral het omschakelen van klimmen (en kuiten opblazen) naar dalen (en bovenbenen/knieen belasten) wordt lastiger. Anderzijds zorgt die afwisseling er wel voor dat ik qua blessures en pijnpunten nog nergens écht last van heb. Fijn.

10km downhill?

Ik begin aan deel drie van het traject, we gaan meteen weer klimmen. Na 25km kom ik bovenaan een grote klim. We hebben nu al zo’n 2.600 stijgmeters gehad dus ik ga er gemakshalve vanuit dat de laatste 9km vrijwel alleen maar downhill is. Met ruim 6 uur op ‘de teller’ vraag ik mij af of ik misschien zelfs wel onder de 7,5 uur kan blijven? Niet teveel over nadenken en gaan. Nu is het inderdaad afdalen. Ik realiseer mij dat ik het sowieso gewoon ga halen, want hoewel ik echt wel zwaar belast ben na dit deel van de race is afdalen toch ook gewoon vertrouwen op zwaartekracht en moet dat wel goed komen. Zelfs als ik zou moeten wandelen zou de 8:30 uur, die je maximaal mag doen over deze race, nog haalbaar zijn.
Verlenging van de afstand…
27km. Er gebeurt iets vreemds. Mijn horloge zegt bijna 27km, maar voor mij staat een heel mooi bordje met “Ultimo 10.000m”. Zelfs na 6,5 uur racen en zonder een woord Italiaans te kunnen werken mijn hersens nog goed genoeg om de link meteen te leggen: de route is langer! Ai. In de briefing de avond ervoor werd al wel verteld dat de route afwijkend was t.o.v. het jaar ervoor (en de gps-track op de website) maar niet dat deze ook langer zou zijn. Nu werd het dus zo’n 37 ipv 34 km! Nou ja, dat kan er ook nog wel bij. Ik troost mij met de gedachte dat alle stijgmeters in ieder geval achter de rug zouden moeten zijn want die teller staat al op 2.700…

En extra hoogtemeters!

… tot ik bij km 30 kom. Er zit een hobbeltje in de weg. Ik zie niet waar die eindigt, maar de route loopt ineens weer omhoog. We lopen nu op 2.000m hoogte over wat paden die waarschijnlijk voor ski-stations gemaakt zijn, met slingeringen erin waardoor het van een afstand niet meteen duidelijk is hoe de route verder loopt. Ik ga er van uit dat het korte stukjes omhoog zijn en hoewel rennen me, ondanks de relatief bescheiden hellingshoek, nu niet meer lukt vind ik het pakken van mijn stokken ook teveel gedoe. Maar na elke bocht waarbij ik hoop dat het erna weer plat of naar beneden gaat kom ik bedrogen uit en gaat de route verder omhoog. Dit is killing, kost veel tijd en belast mijn knieën onnodig veel. Ik besluit dan ook toch mijn stokken te pakken en dat blijkt een goede keuze, want uiteindelijk klimmen we nog 300 meter omhoog en komt de klim-teller van deze Sky Race boven de 3.000 stijgmeters uit.

Ultimo 1.000m

Uitzicht op Piz Palu (links) en Piz Bernina, de hoogste berg (4.049m) van Oost-Zwitserland (rechts).

Dan eindelijk op het hoogste punt van de laatste kilometers van de route. Rechts in het dal zie ik nu al het dorp liggen. De route loopt vanaf hier naar beneden, steil, over single-tracks het bos in. Ik kan weer snelheid maken en moet alleen opletten dat ik door mijn moeheid geen fouten maak. De vaart zit er goed in. Het bos komt uit op een grashelling waar enkele maanden eerder nog mensen op de lange latten naar beneden knalden. “Ultimo 1.000m”. Nice! Ruim 8 uur op de teller. Ik zet aan voor het laatste stuk. Als ik de hoofdweg opdraai het dorp in is het nog zo’n 300m lopen. Als een van de laatste finishers kan ik niet meer rekenen op een grote haag van toeschouwers, maar er zijn nog steeds enthousiaste dorpelingen en ik high-five een paar kinderen. “Bravo Bravo” hoor ik om mij heen. Bij de finish versterkt dit, want deze staat midden tussen de terrassen op het dorpsplein. Met 8 uur en 10 minuten op de klok kom ik over de lijn. Doodop (en enkele kilo’s lichter) maar voldaan. 37km en 3.026 stijgmeters geeft mijn horloge weer. Uiteindelijk zouden er nog 3 mensen achter mij finishen, met als hekkensluiter een Brit die met 8:34 uur nog net wordt meegenomen als finisher. Hoeveel ‘Did not finish’ers er dit jaar waren is mij onbekend maar denk dat het er niet veel zijn.

Na 8 uur en 10 minuten kom ik over de finish. Mijn horloge klokt 37km en 3.026 hoogtemeters.

Moe maar voldaan

Nooit eerder was ik bijna laatste in een race en toch zo voldaan. En 1e Nederlander overigens (maar ook enige). Heb ik mij verkeken op deze race? Ja, zeker. Dit is een race die tevens onderdeel uitmaakt van de “Sky Running World Series” en een met behoorlijk veel stijgmeters in een korte afstand. Ik denk dat er niet veel mensen zijn die een dergelijke race uitkozen als eerste “Sky Race”. Heb ik er spijt van? Nee, geen moment. Heb ik tips voor mijzelf voor een volgende soortgelijke race? Ja, meer krachttraining, want als er één punt is waar ik tijd kon winnen dan zou het bij het stijgen (lopen met stokken) zijn. Smaakt het naar meer? Zeker weten!

Statistieken en gebruikte gear

Statistieken:

Race lengte: 37km
Hoogtemeters: +/- 3.000m
Race tijd: 8 uur en 10 minuten
Link naar Relive (GPS Visualisatie) van deze race

Gebruikte gear en voeding:

The North Face Ultra MT Schoenen
Salomon Skin 5 (3) vest
Fizan inschuifbare stokken
Julbo zonnebril
SIS Go Iso gels, water en gedroogd fruit

Splash this around