L’Échappée Belle: het mooiste van de Belledonne
Do you like pebbles? Het lijkt een bijzondere vraag bij de inschrijving van een trailrun. Maar de organisatie van L’Échappée Belle wil je er graag op wijzen wat je gaat tegenkomen op de trail door het Belledone-gebergte. Stenen. Heel veel stenen.
Met vier massieven – Belledonne, Chartreuse, Vercors en Oisans – is het departement Isère de derde grootste bergbestemming van Frankrijk. Ondanks de nabijheid van de historische stad Grenoble op slechts 40 minuten met de auto is de Belledonne niet heel bekend bij het grote publiek. Het bergmassief is relatief klein, de hoogste toppen tikken net niet de drieduizend meter aan en is vooral heel erg ruig met scherpe pieken van graniet. Het is ook pas dat sinds 2018 een bewegwijzerde GR het gebied doorkruist: de GR738. Deze langeafstandswandelroute van 130 kilometer en 10.000 hoogtemeters wordt beschouwd als een van de mooiste, maar ook meest uitdagende in Frankrijk. Uitdagend vanwege het technische terrein met veel stenen en blokken. En gemiddeld genomen zijn er meer steile hellingen dan in andere bergmassieven. Bijzonder is dat er geen enkele weg de Belledonne doorkruist. Door het gebied voeren ook geen oude handelsroutes, pelgrimspaden of militaire wegen. De GR738 volgt met name herderspaadjes en de bijnaam is niet voor niets ‘Le GR des Sentiers des Bergers’ (de GR van de herderspaadjes).
5 races om uit te kiezen
In 2013 – dus ruim voordat de GR bestond – werd in de Belledonne de L’Échappée Belle intégrale’ georganiseerd. Deze ultratrail doorkruist de hele bergketen, van Vizille naar Aiguebelle over een afstand van 153 kilometer waarbij je dik 11.000 meter moet klimmen door veelal moeilijk begaanbaar terrein. Van 250 meter op het laagste punt naar de top van de Croix de Belledonne op 2926 meter. De route voert over 4 panoramische bergkammen, 15 passen van meer dan 2000 meter en je passeert 30 meren.
Behalve de ‘intégrale’ kun je anno 2024 deelnemen aan nog vier andere races. La Traversée Nord (92 km / 6740 D+) , Les Parcours des Crệtes (63 km / 4470 D+), 42 km (2790 D+) en de Skyrace du Rocher Blanc (21 km / 2000 D+).
Esther Wouda en Timo de Boer liepen deze zomer mee met de Skyrace du Rocher Blanc. Deze start vanuit Fond-de-France op ruim 1.000 meter hoogte. In 10 kilometer klim je 2.000 meter naar de top van de Rocher Blanc (2928 m). Om vervolgens aan de andere kant weer in 10 kilometer hetzelfde aantal hoogtemeters te dalen. Anders dan de andere races van L’Échappée Belle maakt de route van de skyrace een rondje.
Na ruim 1000 meter klimmen bereik je Les 7 Laux (De zeven meren). Het fel gekleurde water van de bergmeren steekt scherp af tegen het grijze graniet van de omliggende rotsen. Spectaculair is het smalle stukje land tussen Lac Carré en Lac Cottepens en Lac de la Motte waar de route overheen voert.
Vanaf Les 7 Laux gaan de paden over in een terrein van rotsen, keien en blokkenvelden. Het is klimmen en klauteren. En vooral de steile gruishellingen – twee stappen omhoog en een naar beneden – trekken je helemaal leeg. Ondanks dat de skyrace de kortste race van L’Échappée Belle is, beleef je de ruigheid van Belledonne in al zijn facetten. Je beloning is het uitzicht op de meren.
Op de top van Rocher Blanc (2928 m). Na de Grand Pic de Belledonne (2977 m) is Rocher Blanc de hoogste top van het Belledonne-massief.
Je ziet de ‘witte top’ van Rocher Blanc hier vanaf vanaf Pic Noir. Een prachtig uitzichtpunt dat uitkijkt over het Belledonne-massief.
Vanaf top volgt een balanceeract over de stenen en sneeuwvelden omlaag. Verwacht geen lekker renbare paadjes. Tot aan de finish in het dal ligt er geen enkele steen recht. En waar bij de beklimming je kuiten op de proef worden gesteld, moeten op de afdaling je dijbenen het ontgelden.
Met nog 5 kilometer tot aan de finish bereik je de Gîte d’Alpage de Combe Madame op 1784 meter hoogte. Het is de enige verzorgingspost met eten onderweg. Hoewel het meest uitdagende van de skyrace er hier op zit, kun je hier maar beter even bijtanken.
Als je benen na 2.000 meter dalen nog niet zijn verkrampt, heeft de organisatie van vlak voor de finish nog een verrassing voor je in petto. De doorkruising van de ijskoude rivier bevriest in een klap al je spieren. Maar het finishen van L’Échappée Belle voelt allerminst als een koude douche.
We liepen de Skyrace Rocher Blanc op de Hoka Speedgoat 6 die deze zomer nieuw op de markt kwam. De Speedgoat was de eerste high cusioning trailschoen die populair werd. Het duurde even voordat die rare dikke zolen geaccepteerd werden, maar je ziet het nu terug bij bijna iedere fabrikant van trailrunschoenen.
Dit was niet de eerste keer dat we Speedgoat testen. Al eerder kon je lezen over de Speedgoat 4 en Speedgoat 5. En wat geldt voor de oude modellen geldt nog steeds voor de Speedgoat 6: in technisch terrein met veel stenen en wortels bieden ze superieur comfort. Voor ons dus de juiste keuze voor het lopen van de L’Échappée Belle.
Steviger bovenwerk
Nieuw in de 6 is het schuim van de tussenzool dat de schoen wat reactiever maakt dan 5. Maar zoek je een trailschoen voor op vlakkere en goed renbare paden, dan kun je beter voor de Hoka Tecton X. kiezen. Het vernieuwde schuim zou ook wat duurzamer zijn.
De Speedgoat 6 heeft ook een nieuw bovenwerk gekregen dat minder snel uitrekt. Daardoor blijft je voet beter op zijn plaats. Zeker bij steile en lastige afdalingen heb je daar profijt van. De vetering begint wat hoger bij de 6 waardoor je voorvoet wat meer bewegingsruimte heeft. Hoewel de lip kort is gebleven – dat merk je vooral als je de bovenste vetergaten gebruikt – is deze nu zacht gevoerd voor wat extra comfort.