Selecteer een pagina

Onderkoeling

Zo voorkom je onderkoeling
Regen, hagel, vorst, sneeuw. Doorgewinterde trailers houden geen winterstop. Sterker nog winterse omstandigheden geven een extra dimensie aan het trailrunnen. Maar let op: onderkoeling is misschien wel één van de grootste risico’s die je als Trailer hebt. Ook in de zomer!

Als je lichaam niet voldoende energie heeft om zichzelf warm te houden, zakt je lichaamstemperatuur beneden de 36 °C. Dat kan overigens niet alleen in de winter gebeuren. Ook tijdens een zomerse Trail kun je gevaar lopen. Weer is een onvoorspelbare factor, vooral in de bergen. Op een zonnige dag kan een regen- of onweersbui in een korte tijd zorgen voor een flinke temperatuurdaling. Als je daar niet op gekleed bent, krijg je het koud en kun je op den duur onderkoeld raken.

Net zoals bij de centrale verwarming in huis schiet onze klimaatregeling in gang als de thermostaat dat vraagt. In ons geval zijn dat de hersenen. Zij zorgen ervoor dat de belangrijkste organen – hart, longen en nieren – warm blijven. Zodra onze lichaamstemperatuur onder de 36 °C zakt, slaat onze innerlijkere thermostaat aan en begint ons lichaam te stoken om weer op de juiste temperatuur te komen.

Het begint met rillen
Als we het koud krijgen, is de eerste reactie van ons lichaam dat we gaan rillen. Op die manier proberen onze spieren warmte op te wekken, en tegelijk is het een signaal om iets warms aan te trekken. Daarnaast komen er hormonen vrij zoals adrenaline, alsof we in een stress-situatie zitten en we een vecht- of vluchtreactie vertonen om te overleven. Resultaat: onze bloeddruk stijgt omdat de bloedvaten vernauwen, onze hartslag verhoogt waardoor er meer bloed kan worden rondgepompt en als gevolg daarvan krijgen we het warmer. Als derde reactie zorgt ons lichaam ervoor dat er geen warmteverlies optreedt via de huid. Alsof je alle ramen en deuren zou sluiten. De huidbloedvaten knijpen zich samen, zodat de huid minder doorbloed wordt en er geen warmte verloren gaat. Het bloed stroomt weg uit de koudste zones van het lichaam, ver van het hart gelegen en aan het einde van de bloedsomloop. Vingers, tenen, neus en oren zijn dan ook de lichaamsdelen die het snelst kunnen bevriezen.

3 stadia van onderkoeling
Bij onderkoeling is de omgevingstemperatuur fors kouder dan de inwendige. Het lichaam gaat dan eerst proberen de vitale organen warm te houden, totdat ook dit niet meer lukt en de inwendige lichaamstemperatuur gaat dalen. Onderkoeling kent drie verschillende stadia. Zoals gezegd is de eerste reactie van je lichaam dat je gaat rillen en klappertanden (stadium 1). Om je lichaam in dit stadium weer op temperatuur te krijgen, is het veelal voldoende om droge kleding aan te trekken en een warme en windvrije omgeving op te zoeken. Heb je die mogelijkheid niet, dan kun je je lichaamstemperatuur ook verhogen door middel van het omslaan van een reddingsdeken – niet voor niets hoort deze tot je standaarduitrusting in je trailvest of rugzak – of met de lichaamswarmte van je trailmaatje. Blijf in ieder geval goed eten en drinken, bij voorkeur warme, zoete dranken en calorierijk voedsel als chocolade. Ook bewegen helpt in dit stadium om het weer warm te krijgen.

Geleidelijk aan weer opwarmen
Wanneer een onderkoeld persoon niet meer rilt en klappertandt is het serieus mis (stadium 2). De lichaamstemperatuur is dan gezakt tot onder de 32 °C met als gevolg dat je lichaamsfuncties hard achteruitgaan. Je ziet en hoort en slecht, reageert vertraagd en verward, en hebt wijde pupillen die weinig reageren op licht. In dit geval dien je zo snel mogelijk professionele hulp in te schakelen om te voorkomen dat het slachtoffer zijn bewustzijn verliest (stadium 3). Lichaamsbeweging is in stadium 2 gevaarlijk omdat hierbij het koude bloed vanuit de armen en benen vermengd wordt met het warme bloed van de inwendige organen en leidt juist tot verdere afkoeling. Zo min mogelijk bewegen dus! Probeer ondertussen het warmteverlies zo veel mogelijk te beperken en het slachtoffer geleidelijk aan weer op te warmen. Vooral dat laatste is belangrijk. Veel mensen maken de fout te denken dat een slachtoffer van onderkoeling het zo snel mogelijk warm moet hebben. Zo werkt het echter niet! Wanneer je het slachtoffer bijvoorbeeld onder de douche zet, moet het water in eerste instantie niet zo warm zijn. Het lichaam moet namelijk van binnenuit weer opwarmen en dat is een langzaam proces. Te snel opwarmen brengt gevaren met zich mee.

Kleed je in lagen
Onderkoeld raak je niet zomaar. Ook niet bij blootstelling aan extreem koud weer, mits je daarop bent voorbereid. Kleed je daarom altijd in lagen: drie dunne lagen zijn efficiënter en isoleren beter dan één dikke. Je houdt niet alleen de warmte beter gevangen rond je lichaam, als je het te warm krijgt en begint te zweten doe je gewoon een laagje uit. Zo kun je perfect zelf je temperatuur regelen. Het eerste kledingstuk van het zogenaamde drielagensysteem is de baselayer. Dit shirt zorgt ervoor dat transpiratievocht wordt doorgegeven aan de tweede laag en de huid droog blijft. Dat is belangrijk want zodra transpiratie gaat verdampen koel je af. Functionele onderkleding is gemaakt van synthetische stoffen of van merinowol. Niet van katoen! Dit houdt namelijk vocht vast. De eerste laag moet dan ook strak op het lichaam gedragen worden. Hoe meer lucht er tussen het lichaam en de kleding zit, des te langzamer de vochtdoorgave zal zijn.

Bescherming tegen weer en wind
De belangrijkste taak van de tweede laag is isolatie en het afvoeren van het transpiratievocht uit de eerste laag verder naar buiten toe. De dikte van deze tussenlaag of midlayer laat je afhangen van de weersomstandigheden en de mate van inspanning. De meest gebruikte materialen zijn polyester, wol of fleece.

De derde laag moet je tenslotte beschermen tegen wind, regen en andere onaangename elementen. Een krachtige wind versnelt de afkoeling van het lichaam, zeker in combinatie met lage temperaturen. Aangezien de derde laag ook meteen de buitenste laag is, vormt het de laatste barrière voor het transpiratievocht. Naast wind- en waterdicht moet een jack dus ook bijzonder goed kunnen ventileren, “ademen”. Naast een hardshell die al deze functionele eigenschappen bezit, kun je ook kiezen voor een softshell: deze combineert eigenlijk de functies van de isolerende tussenlaag en de beschermende buitenlaag. Softshells zijn winddicht, goed waterafstotend en ventileren beter dan een hardshell. Dit hybride kledingstuk zorgt ervoor dat je in veel gevallen kunt volstaan met twee lagen kleding.

Vergeet de uitstekende delen niet
Het is goed je te realiseren dat je ook bevriezingen kunt oplopen terwijl je niet onderkoeld bent. Omdat ons lichaam bij afkoeling kiest voor het in stand houden van de lichaamstemperatuur van de romp, lopen andere lichaamsdelen zoals vingers, tenen, neus en oren het risico te bevriezen. Frostbite is bevriezing van de huid en de onderliggende weefsels. De beschadiging die optreedt kan tijdelijk of permanent zijn. Dit proces verloopt zo traag dat je het pas merkt als het te laat is en er al schade is ontstaan. Pak deze uitstekende lichaamsdelen dus extra goed in. En wist je dat je via je hoofd maar liefst 47% van je lichaamswarmte verliest? Een warm hoofddeksel is dus altijd een must om mee te nemen.

Veel plezier tijdens je wintertrails!

Tip voor het gebruik van de juiste kant van je isolatiedeken: ‘maak van een koud mannetje een goud mannetje!’ 

Splash this around