Out of control, race report Els 2900
Els 2900 (‘De 2900-ers’) is een bijzondere team race die de zeven bergtoppen van 2900 meter van Andorra verbindt. Anne Kirschenmann vraagt me zes dagen voor de start om in te vallen voor haar geblesseerde partner. Geen tijd, is mijn eerste reactie. Maar het project prikkelt. Kan ik suboptimaal voorbereid de 7000 hoogtemeters afleggen binnen 24 uur?
Kort dag
Deelname betekent dat ik al mijn materiaal voor in de bergen bij elkaar moet lenen. ‘Het is krap, maar het moet kunnen’ besluit ik. Het doet maximaal één etmaal pijn.
Ik sta op scherp als ik de avond voor de race na een enerverende week aankom in Ordino, Andorra. Het was kort dag om alles te regelen voor deelname aan het Els 2900. Tickets, materiaal verzamelen, timing, de reis naar het berglandje via Barcelona. In Ordino ontmoet ik Anne en Thomas Dunkerbeck, die er al een paar dagen zijn. Thomas vormt een team met Bjorn Overduijn.
De opdracht van de race is overzichtelijk: beklim binnen 24 uur de zeven hoogste toppen van het landje. Er is geen vaststaand parcours. Boeiend detail is dat dé meest logische verbinding tussen de zeven toppen, verspreid over het land, niet bestaat. De voorgaande twee jaren was er een uitgepijld parcours van ongeveer 70 km. Maar dit jaar staat het lopers vrij om een andere weg te kiezen. Thomas en Anne hebben in eerdere verkenningstochten goed voorwerk verricht, op zoek naar alternatieven. Op basis van dat voorwerk besluiten Anne en ik om te gaan navigeren op gps en kaart. We zullen tijdens de wedstrijd een keuze maken uit enkele opties, afhankelijk van hoe we ervoor staan. Jammer alleen dat ik de route-opties niet in mijn gps apparaat weet te laden. Het terrein in Andorra is uitdagend. Er staan veel hoogtemeters op het programma, vooral buiten de paden.
Het is krap, maar het kan. Anne heeft de gpx files wel op haar gps apparaat staan en heeft ook nog een gps horloge. ‘We zien wel’, concluderen we.
We hebben geen andere keuze. De start vindt plaats in een berghut net over de Spaanse grens, in de nacht van vrijdag op zaterdag. Voor de start eten we gezamenlijk met alle deelnemende teams. Daarna probeert iedereen op zijn eigen manier wat rust te nemen. De sfeer is intens, er zijn 34 lopers verdeeld over zeventien teams. Carles en Matt, de organisatoren van de race, zijn bijzonder sympathiek. Het format van de race is uniek. De selectie van de deelnemers is streng. Zonder aantoonbare alpiene ervaring heb je hier niets te zoeken.
De start
Bij de start om 12 uur in de nacht onder een volle maan schieten zestien teams voor ons uit de nacht in, de berggraat op die de grens vormt tussen Spanje en Andorra. Het maanlicht is magistraal, het maan beschenen landschap emotioneert me. De hemel is wolkeloos, het weer is perfect. Ver voor ons zien we de lichtbundels naar de graat dansen. Anne en ik vormen het langzaamste team, weten we. Van snelheid moeten we het niet hebben, willen we finishen. We moeten slim handelen op plekken waar we iets te kiezen hebben. Onze enige ruimte zit in de keuzevrijheid van het parcours en de voorkennis van Anne.
We overleven de eerste 16 uur tot een steunpunt bij de skiliften van Arcalis. Vier toppen gedaan, drie te gaan. We zitten krap in de tijd. Na een snelle pasta en een glas water verlaten we Arcalis één minuut voor de cut off time. In theorie kunnen we de race nog uitlopen. Tot nu toe heeft het slimme voorwerk van Anne en Thomas ons behoed voor uitvallen wegens tijdsoverschrijdingen op twee eerdere controlepunten. We gaan er een beetje vanuit dat we de 24 uur tijdslimiet vanaf Arcalis zelfstandig wel kunnen oprekken naar 30 uur. Finish that job! Dat is belangrijker dan die limiet. We eten wat en nemen de verplichte helm en klimgordel mee voor de laatste 20 km. De helm beschermt de schedel tegen de impact van vallende stenen. De klimgordel is wel zo praktisch in het geval van een helikopter redding. Dit is Els 2900. Ruig terrein, zelfs voor lokale begrippen rauw.
In klimtermen zou het laatste stuk van Els 2900 de ‘sleutelpassage’ heten. Het moeilijkste stuk. Drie 2900 meter toppen relatief dicht bij elkaar, maar moeilijk aan te vliegen en met veel klauterwerk. Vanaf Arcalis lopen we naar een colletje op 2700 m (Bretxa d’Arcalis, voor liefhebbers). Vanaf daar liep de race vorige jaren ‘linksom’ via een pad met veel klim en daalmeters naar het controlepunt (CP)(Collada dels Estanys Forcats) vanaf waar de klauterpartij naar de drie resterende toppen kan beginnen. Anne en Thomas hebben enkele dagen geleden vanaf de Bretxa een andere optie verkend naar het CP met veel minder hoogtemeters, via een hoge rotsgraat op de grens met Frankrijk (Port de l’Angonella via Pic de Pla de l’Estany tot voorbij de Pic de Racofred). Die optie zint mij niet, we hebben nog maar een uur of twee daglicht en we zijn moe. Mijn gevoel zegt me dat die graat prima is overdag, maar niet in het donker. Een andere theoretische optie is afdalen naar Frankrijk in om via de Franse kant de Pic de Medacorba, de eerste van de drie finale toppen te bereiken. Die Frankrijk variant zint ons nog minder. Anne ziet de graat wel zitten en denkt dat ons voldoende daglicht rest. We besluiten daarom tegen mijn gevoel in om toch voor de graat optie. Je moet in de ultra loperij niet altijd toegeven aan je gevoel.
In het begin komen we snel vooruit op de rotsgraat. Het eerste deel van de graat is een met verfstrepen aangegeven track. Hier en daar is er zelfs een vaag pad. Verderop wordt het wat minder overzichtelijk. Anne gidst ons soepel tussen wat blokken en makkelijk klauterwerk door. Ik houd de tijd goed in de gaten. We hebben nog een half uur licht. Ik ben moe. Bij het omzeilen van een compacte ontoegankelijke monoliet staan we opeens boven een rotswandje van een meter of dertig. Anne oppert om door het wandje af te klimmen, maar het lijkt mij wijzer om voor een iets overzichtelijkere passage een stuk lager te kiezen. Anne stemt in.
“De helm beschermt de schedel tegen de impact van vallende stenen. De klimgordel is wel zo praktisch in het geval van een helikopter redding.”
Vertrouwen op anderen
Ik speel wat meer op safe dan Anne, merk ik. Haar eerste keuzes zijn anders dan de mijne. Waar Anne kiest voor de meest directe weg ga ik voor de meest veilige (in mijn beleving). Voor Anne zijn beide mogelijkheden veilig. Voor mij is het een kwestie van kiezen tussen lijfsbehoud of avontuur. Mij zint dit geëxponeerde terrein met steile rotspassages van deplorabele kwaliteit niet. Niet met touw, en al helemaal niet zonder. Anne is daar niet zo mee bezig. We komen snel vooruit op de graat. En dat telt, want tijd kunnen we wel gebruiken.
Weer terug op de graat weet Anne niet meer zo goed waar we zijn. We dalen de andere kant de graat af in steil grassig en rotsig terrein. Klauterwerk. Als Anne realiseert dat we fout zitten klimmen we weer naar boven. Ik baal. We doen maar wat. Er is geen plan. Ik heb geen plan, Anne’s plan hapert. Het schemert flink. De tijd tikt.
‘Zolang Mig blijft praten is er niks aan de hand’, zou Gideon zeggen. Ik zwijg. Ik onderdruk een opkomend paniekje, ik weet dat niemand daar iets aan heeft op dit moment. Anne blijft rustig. Uiterlijk blijf ik ook rustig. Denk ik. Maar het voelt niet pluis. We klimmen door, zoekend. Anne zegt iets over de track op haar Suunto en laat me het schermpje zien. De marge staat op 100 m nauwkeurigheid. ‘Kun je niet inzoomen?’ Vraag ik verbaasd. Ik zou mijn eigen handheld gps in dit terrein enkele stappen nauwkeuriger zetten. ‘Dat gaat niet met die horloges’, zegt Anne en ze klimt door. Het is inmiddels helemaal donker als we op een plek komen die Anne meent te herkennen. Ik voel me onprettig. In dit terrein vind ik het eng om blind te moeten varen op Anne. Ik heb geen gps en Anne maakt af en toe keuzes die de mijne niet zijn. Out of control. Het kost me erg veel energie om overeind te blijven. Vanaf de plek die Anne herkent is de afdaling naar de col met het CP waarnaar we op weg zijn geen probleem meer. De paniekmodus in mijn brein kan uit.
Bij het CP overleggen we met de daar aanwezige mensen van de organisatie wat we moeten doen. Zelf weet ik het niet helemaal. We hebben de tijd niet meer om de drie overgebleven topjes te doen. Maar die limiet wilden we eigenlijk toch al eenzijdig oprekken. Belangrijker is dat ik er weinig voor voel om opnieuw op Anne te moeten blindvaren in duister klauterterrein. Ik baal ervan dat ik mijn teammaat niet helemaal vertrouw in deze. Ik wil mijn eigen beslissingen nemen. Het ligt vooral aan mijn manco aan vertrouwen in mensen, ik weet het.
De CP-vrijwilligers geven in woord en gebaar aan dat het eigenlijk wel klaar is zo. Wij en twee andere teams die nog op weg zijn naar dit punt gaan het niet meer halen binnen de 24 uur. Het is koud en donker. De beslissing neemt zichzelf, onze race is voorbij.
De race is dan wel voorbij, maar we staan nog op een onmogelijk punt. Om bij de hut te komen waar de finish ligt, en waar we kunnen overnachten, moeten we nog één van de drie nog resterende toppen over, de Roca Entravessada. Geen Pic maar een Roca, geen top maar een flinke rotspartij. We klimmen achter een paar Fransen naar boven over eenvoudig klimterrein in redelijk vaste rots. Het klimt lekker, maar een team dat achter ons naar boven komt moet terugkeren omdat ze de route in het donker niet meer vinden. Tricky mountain. De bergnacht eist zijn tol.
Het bereiken van de hut verloopt via een rommelig proces. Boven op de Entravessada is niet meer duidelijk hoe we beneden moeten komen. Gelukkig merkt Jordi, de berggids die de organisatie ondersteunt, dat we in de problemen raken. Hij klimt naar boven en uiteindelijk komen we onder zijn begeleiding op een plek vanaf waar we in anderhalf uur gezamenlijk met de laatste restanten vrijwilligers en lopers naar de hut lopen.
Als ik om kwart over twaalf in de hut aankom ben ik leeg. Els 2900 heeft gewonnen. Er werd me eens te meer duidelijk dat vertrouwen op anderen het leven eenvoudiger maakt. Een wijze les. Anne kijkt me vrolijk aan. Was er wat? Ach ja..
Van de zeventien teams finishen er zeven. Thomas breekt zijn pols halverwege de race maar weet Els 2900 samen met Bjorn uit te lopen. Een fantastische prestatie. Het zal de energie zijn die ze kregen van de ontmoeting met Killian Jornet in het eerste deel van deze bijzondere wedstrijd. Dit is zijn terrein…