De race tegen de vallende sinaasappels
Sinds kort check ik de Europese trailkalender als ik vrienden in Europa bezoek. Als je daar namelijk goed op kijkt, ontdek je dat je bijna ieder weekend wel ergens een trail kunt lopen. En wat doe je als je zoals ik in de stad woont en van natuur houdt? Dan boek je geen stedentripjes maar natuurparktripjes. In dit geval gaf ik me op voor de 28km van de STUT – Santo Thyrso Ultra Trilhos.
Francesina
Zo belandde ik op een zaterdagavond begin februari in een cervejeria bij het station van Porto. Cervejeria’s zijn een soort Portugese buurtkroegjes waar vrouwen de broek aan hebben en mannen SuperBock drinken, loten krassen en de Primeira Liga Portuguesa volgen. In Nederland zou ik er niet zo snel binnenlopen omdat er vaak alleen wordt gezopen, maar hier in Portugal kun je er mee-eten met de lokale pot. ‘Bom noite!’ De meeste mannen blijven stoïcijns naar het groene televisiescherm staren wanneer ik binnenstap. Ik kan ze zelfs niet betrappen op het wisselen van subtiele blikken en straks vast ook niet, verwacht ik. Ze zullen hooguit vertederend naar me kijken als ik hun eten eet.
Francesina
Zonder gêne bestel ik een ‘francesina’, ook wel bekend als Porto’s prehistorische hamburger. ‘Of ik het wel zeker weet?’, vraagt de serveerster? Zeker wel! Met een stevige tocht in het vooruitzicht mag er best wat in. ‘Não faz mal!’, zegt ik, oftewel; Geen probleem! Een brede glimlach verschijnt op haar gezicht en ze verdwijnt naar de keuken. Nog geen 6 minuten later staat hij er: Vier laagjes verschillende soorten vlees tussen twee witte boterhammen die doordrenkt zijn met biersaus met daarbovenop gesmolten kaas en frietjes aan de rand. De eerste happen zijn fantastisch, maar dan zit ik al snel lachend aan tafel met mijn guilty pleasure. Hoeveel vlees kun je op een broodje doen? Ik geloof dat ik voor de rest van het jaar genezen ben. Ik kijk nog wat voetbal met de mannen en daarna is het tijd om met de trein naar Santo Tirso te vertrekken.
Sara Moreira
‘Santo Tirso?’ Zelfs mijn Portugese vrienden vroegen zich af wat ik daar in hemeltjesnaam ging doen? Het is een middeleeuwse stad met een klooster te midden van een wild bruisende rivier omringd door een heuvelachtig bos met naaldbomen en eucalyptus. Je vindt er resten uit de Romeinse tijd en de Spaanse overheersing, maar tegenwoordig rijden er vooral protserige Mazarati’s en Mercedesses rond. De auto is nog altijd hét statussymbool van de Portugees en in dit stadje dat ooit de bakermat was van de florerende textielindustrie lijkt men niet heel erg te hebben geleden. Een google-actie vertelt me ook dat Santo Tirso de geboortestad is van Sara Moreira, een Portugese marathonloopster. Ze komt uit mijn geboortejaar en won vorig jaar in mijn stad de halve marathon op het EK atletiek. Ik ga dus naar Sara’s achtertuin, niet slecht! Het is al pikkedonker als ik vanaf het station naar mijn hotel loop dat helemaal past bij de Spartaanse stijl van de middeleeuwen. Zelfs de bijbel ontbreekt niet op mijn nachtkastje en zo is het tijd om vroeg onder de wol te kruipen…espirito santo.
Sinaasappels
Wanneer ik wakker wordt en naar buiten kijk, zie ik dat het die nacht flink gespookt heeft. De straten liggen bezaaid met sinaasappels en het regent pijpenstelen. Ik verman mezelf en loop even later bepakt en bezakt de deur uit. Het voelt een beetje alsof ik in een film ben beland; verlaten straten, stortregen en sinaasappels op de weg in de winter!? Gelukkig heb ik mijn regenjas bij me die ik over mijn trailjas- en tas kan aantrekken, maar wanneer mijn legging al bijna helemaal doorweekt is, hoop ik toch stiekem op een lift. En dan plots, alsof de goden me gehoord hebben, hoor ik vanuit een auto een jongen roepen: ‘amiga, amiga!’ De trailploeg in de glimmende Renault is aan de late kant voor de start van de 53km en ik kan instappen en hen de weg wijzen.
Van dictatuur naar democratie
We arriveren bij het sportcomplex in het centrum van de stad waar de startnummers worden uitgedeeld en iedereen nog even kan schuilen. Het verrast me dat niet de kerk, maar een sportarena centraal staat in dit stadje. Het immense betonnen complex doet me denken aan hét Portugal van na 1986. Mijn leeftijdgenoten hier groeiden in tegenstelling tot hun ouders niet op in de dictatuur van Salazar, maar in de democratie van de Europese Unie. De armoede verdween, enorme winkelcentra schoten als paddenstoelen uit de grond, op school leerden ze in tegenstelling tot de Spanjaarden goed Engels en sport werd net zo belangrijk als op Amerikaanse high schools. Ook voor de meisjes! En zo ontmoet ik aan de start allemaal pittige exemplaren. Met korte rokjes en een dun jasje aan staan ze onverschrokken en geduldig te wachten terwijl de regen op ontblote lichaamsdelen plenst. Spartaanse omstandigheden, daar zijn ze wel aan gewend hier!
Zweetlucht vs eucalyptus
En zo gaan we op weg over de paden van de heilige Tirso. We dribbelen de stad uit en zwaaien naar de mannen van de lokale voetbalclub die voor ons even hun wedstrijd onderbreken. Via de kloostertuin gaat het pad het bos in waar de regen alle wonderen van de natuur heeft wakker gemaakt. Niet zweetlucht, maar de frisse geur van eucalyptus en naaldbomen overheerst. Dit voelt goed! Mijn lichaam is warm en mijn benen kunnen de pas erin houden. Ook heeft al die regen bij mijn pittige Portugese heldinnen iets losgemaakt, merk ik. Als lichte veertjes bewegen ze de berg op en het is alsof ze het leven ineens met al hun vreugde en gretigheid bij de kladden hebben gepakt.
Iets wat me altijd al intrigeert in Portugal is de emancipatie van de vrouwen hier. Hoe doen ze dat in die dominante macho-cultuur? En dat antwoord blijkt eigenlijk simpel bedenk ik me nu ik dit zie. Ze doen gewoon niet mee met die mannen! Als slangen vinden ze hun weg naar de voorhoede zonder dat de ander zich benadeeld of aangevallen voelt. Positieve energie kun je inderdaad beter investeren in jezelf dan proberen eindeloos die ander te veranderen. Die taaiheid, eigengereidheid en onverwoestbare zelfvertrouwen fascineert en inspireert me!
Lord of the Rings
De eerste verzorgingspost heb ik aan me voorbij laten gaan, maar de tweede is er zeker één om even te stoppen. Is het niet om even bij te tanken met verse sinaasappels – ik keek er al naar uit! Dan wel om even goed rond te kijken. De omgeving hier is adembenemend! Het is een beetje Lord of the Rings met smalle bemoste paadjes langs een wilde rivier. Ook moet er geklommen worden inclusief touwwerk en daar blijken de locals zeer behendig in. Wanneer ik groepjes mannen in galop achter me hoor, laat ik de diehards passeren. Bij een toerist zoals ik vandaag, past een beetje nederigheid.
Traillessen
Het parcours is er één die niet te vergelijken is met het ruige vulkanische landschap van Lanzarote waar ik onlangs was. Hier wordt mijn voetenwerk getraind voor glibberige calçadas, zompige moerassen, maar ook voor de dominante eucalyptus die zomaar ineens voor je neus kan opduiken. Ook leer ik dat ik beter dwars door dikke waterplassen heen kan banjeren dan dat ik vast kom te zitten in prikkelbosjes aan de zijkant. Na 22km bereik ik eindelijk São Jorge, de hoogste berg van 527 meter en kijk uit over de stad. Tijd om terug naar huis te gaan! Het is een technische afdaling waar ik de 17km groep tegenkom in hun groene T-shirtjes. Vrolijk kletsend vinden zij hun weg naar beneden, maar mijn benen hebben wel zin om die finish te zien. Ik ga ze voorbij en stel mezelf een doel. Die finish moet binnen vier uur te halen zijn! Maar wanneer ik op 27km op mijn horloge nog steeds in het bos zit, vraag ik me af wat die heilige Tirso nog voor mij in petto heeft. Na de 29ste kilometer raken mijn schoenen dan eindelijk het asfalt en de zuigende eindstrijd begint. Nog even langs het gemeentehuis en dan trek ik een sprintje door op het grasveld van Pavilhão Deportiva Municipal. Bij de finish hoef ik alleen maar zuinige woordjes en glimlachen te wisselen met de Portugezen die voor en achter me liepen. We zijn blij dat we de Spartaanse omstandigheden hebben getrotseerd!
Niet veel later finishen de dag winnaars. De 53km wordt gewonnen door Bruno Moreira (5.16h) van het Portugese La Sportiva team. De local heeft andere Portugese internationale toppers als Diogo Fernandes en Miguel Martins achter zich gelaten en daarmee is duidelijk dat dit gebied nog altijd wordt geregeerd door de Moreira’s. Ook bij de vrouwen doet de Portugese internationale top mee. Het is Ana Rocha Gonçalves die als eerste finisht in een tijd van 6 uur en 29 minuten. De 28km wordt gewonnen door een specialiste op deze afstand. Daniela Russo die er al bij de start als een haas vandoor ging, heeft mijn route in 3 uur en 6 minuten gefikst. Respect!
Zijn de geesten verdwenen?
So far so good met die Portugezen. In rustig tempo wandel ik terug naar mijn hotelletje en kom onderweg nog iemand tegen waar ik die dag mijn eerste praatje mee had. De gehele 28km droeg hij een lange stok bij zich met een voodoo erop. We knikken vriendelijk naar elkaar en ik vraag hem of de geesten nu zullen wegblijven? “Dat komt helemaal goed!”, verzekert hij me. “We kunnen nu sinaasappels rapen.” Aha! Ik begin het geloof ik een beetje te begrijpen. Wanneer de sinaasappels vallen in Santo Tirso, luiden de trailers de lente in.
Ter nagedachtenis aan Analice Silva
De afgelopen weken dacht ik nog eens terug aan het mystieke Santo Tirso en al die moedige Portugese vrouwen. Ik las zelfs dat in Portugal niet een man, maar een 72-jarige vrouw dé nationale volksheld is van alle trailers. Maar toen gebeurde er iets merkwaardigs. Afgelopen week op 24 februari overleed ze in het ziekenhuis van Lissabon aan de gevolgen van alvleesklierkanker.
Analice Silva was zo’n vrouw waar je voor aan de kant ging, maar dan toch met haar meeliep omdat haar opgewektheid en grapjes onweerstaanbaar zijn. Het aantal 100km+-races die ze liep zijn noemenswaardig, maar vooral de manier waarop ze die volbracht zijn bewonderenswaardig! Silva, die oorspronkelijk uit Brazilië komt, heeft een leven achter de rug waar je stijl van achterover slaat. Als kind werd ze door haar ouders verlaten, werkte als slaaf totdat iemand haar trouwde en verliet zwanger haar man omdat hij verslaafd en gewelddadig was. Op 37-jarige leeftijd hakte ze met het laatste bijltje, stopte met roken en ging ultra-runs lopen.
Voor velen staat Silva symbool voor de strijd in het Portugese leven: Het gaat er niet om of je succes hebt, maar of je iedere dag volwaardig ‘ja’ kunt zeggen tegen het leven, hoe oneerlijk en hard het soms ook is. Als je valt, sta je weer op en vecht je met een lach op je gezicht voor wat je waard bent. Zoals iemand het mooi omschrijft op haar fan pagina: ‘Op momenten dat ik het zwaar heb, is het deze dame die mijn begrip van waardigheid opnieuw doet overwegen.’
Trackbacks/Pingbacks