Saxofolie / Coureurs Célèstes 2017, racereport
Het Duracell konijn Maarten loopt onverbiddelijk door. Ik weet hem veertig kilometer lang redelijk bij te houden, in de hoop dat de snelheid er bij hem dan wel uit zal zijn, na de 100 km in de Trail des Lacs et Chateaux die hij vorig weekend liep. Het is ijdele hoop.
Het is Pinksteren, al bijna 20 jaar het weekend van de ‘100 km van Coureurs Célèstes, plus un ‘chouia’ (een ‘beetje’). De Célèstes zijn een hechte vriendengroep, voornamelijk uit het Oosten van België. Het ‘beetje’ verschilt van jaar tot jaar, evenals de naam van de wedstrijd, het parcours en de regio waarin de wedstrijd wordt gelopen. In 2017 is het extra ‘beetje’ 20 km lang. De organisatie is niet commercieel, kleinschalig en degelijk. Een goede sfeer is de ruggengraat van dit bijzondere evenement. Ik heb inmiddels best wat ultra’s op mijn kerfstok, maar de 100 van de Célèstes zijn onovertroffen. Saxofolie, de naam van de editie van 2017, is een juweeltje, met start en finish in Maredret, op twintig minuten rijden van mijn huis. Sax verwijst naar Alfred Sax, de uitvinder van de saxofoon, geboren in Dinant, het grootste stadje uit de buurt.
Maarten jakkert. Ik snap niet hoe zijn lijf dit tempo eruit perst, na vorig weekend. Zijn lichaam moet in turbo tempo zijn hersteld. Het eerste deel van de race loopt door een desolaat stukje België, tussen Maredret via het dal van de Hermeton naar het zuidelijke Maasdal, net boven de Franse grens. Daarna beklimmen we de steile wanden van het Maasdal en het Lessedal een keer of tien. We passeren de klimgebieden van Freyr en de Aiguilles de Chaleux en Yvoir, jarenlang mijn speeltuinen. De helft van die beklimmingen loopt via paden, de andere helft loopt recht door het bos naar boven. Maarten loopt continu een stuk voor me uit. Af en toe vraagt hij plagerig of hij mijn rugzak moet dragen. Een knipoog. Als hij wat te lang op me moet wachten maakt hij relaxed wat foto’s.
Het racepaard dat ik bij me heb kan veel sneller, maar hij blijft gezellig bij me. Die gezelligheid betekent alleen wel dat ik hard moet werken. Iedere ravito om de 25 km is een feestje, enkele keren zelfs met een BBQ. Vrienden ontmoeten elkaar daar, omhelzingen, emoties. Hier komen grote verhalen samen van pioniers. Hier ruikt het naar de Ronda dels Cims, de Tor en de PTL. Deze 100 km ‘en een beetje’ gaat om meer dan lang hardlopen, doorheen deze race zit een flink deel van het Belgische ultra-DNA gevlochten. Maarten begrijpt de sfeer gelukkig.
De laatste 40 km is het bikkelen. Maarten vertoont geen krimp, het wordt bijna frustrerend. Aan de andere kant kan ik me er mooi aan optrekken. Op 10 kilometer voor de finish lopen we met onze hoofdlampen aan door een donker bos. We hebben al meer dan een half uur geen andere lopers meer gezien. Dan zien we een licht dat ons tegemoet komt. Het is Amar, een man van 64. Hij is de weg kwijt en heeft geen idee waar hij heen moet. De batterij van zijn polshorloge GPS is er mee opgehouden, hij was ervan uitgegaan dat hij in 15 uur wel binnen zou zijn. De wedstrijd is ‘light’ uitgepijld, de markeringen onderweg zijn bedoeld als ondersteuning van de GPS. Maar in het donker zijn de markeringen niet meer te volgen.
We nemen Amar op sleeptouw het laatste stuk. Hij is behoorlijk wat tijd verloren in het bos en is blij dat hij niet meer hoeft te dolen. Iets later wacht ons nóg een verrassing: een onaangekondigde ravito op 5 km voor de finish: met bière Célèste en BBQ! Geheel in stijl. Petit Lou, een van de grote gangmakers van de Célèstes, staat zelf achter de grill, met een grijns van oor tot oor. Welkom in Celestië.
Het laatste uurtje naar de finish is dan een formaliteit, hoewel we toch nog een keer het spoor verliezen op anderhalve kilometer voor het einde. Maar dan is het gebeurd. We finishen rond middernacht in iets meer dan 19 uur. In de zaal waarin we die ochtend om 5 uur waren gestart is dan een stevig feestje gaande….