materiaal
Schutzhütteschlafgenuss am Eifelsteig
Het is het koudste deel van de nacht. Thomas loopt over een sneeuwveld in de ijsmist, als een dronken fruitvlieg, met zijn telefoon in de hand. De moderne ontdekkingsreiziger. Hij ontdekt niks. Het kompasje dat aan mijn rugzak hangt, geeft beter richting aan. De weg die Adriaan hoort ligt noord van ons en dat klopt. We dalen af en volgen de weg het dorp in. De gastvrouw in het hotel, die voor een gast ontbijt heeft gemaakt, krijgt er opeens wat bestellingen bij. Wij zijn heel blij dat we even warm binnen zitten. Op dit moment zijn er twee in de groep die het zeker weten: we geven de brui eraan.
Het eerste etmaal hebben we goed gebruikt. Om middernacht zijn we gestart in Trier, bij heldere hemel. We hebben allemaal ongeveer 8 kg op de rug: warme kleding, materiaal voor een winterbivak, trail-food. Wij volgen bospaden, op en af. Hier ligt niet veel sneeuw. Als ik in een koude put stop om mij jasje aan te trekken, gaat Thomas onmiddellijk in foetus houding op de bevroren grond liggen. Hij slaapt, de volleerde ultra-loper, maar wordt gelukkig wakker als wij allemaal doorlopen. We hebben een vaste volgorde: Adriaan en Jeroen voorop, Roman en dan ik. Thomas meestal als derde, soms even terugzakkend om te zien hoe het met mij gaat. Het is licht als we in een dorpje bij een bakker komen. Heerlijke koffie, warmte en eten. Zo gaan we vele stops maken, deze trip.
Het weer is perfect. Koud, maar droog en windstil. We volgen stille valleien, kruisen beekjes door het bos. Modder wordt ons bespaard: de grond is keihard bevroren. Adriaan en Jeroen verdwijnen uit zicht als het zonnetje gaat schijnen. We komen geen mens tegen. In Himmerod hebben we er 65 km op zitten en stoppen we voor een klooster-lunch. 6,5 km/h, met koffie-pauze….eigenlijk te snel, vindt Thomas. De “Strammer Max” is het gerecht van de Eifel-wandelaar. En nee, de spiegeleieren kunnen niet geroerd worden, en al helemaal niet geserveerd met Salzkartoffel en Salat in plaats van Schinken en Brot. Dat kan ook echt niet: “The term Strammer Max originated in the 1920s in Saxon slang, where it initially referred to an erection, the male name “Max” being often used as a slang word for penis. The term is applied to a dish that is supposed to be especially strengthening to the sexual prowess of the person eating it.”.
Wij lopen dus gewoon met 6,5 km/h door. Het wordt nu echt koud en we zijn eigenlijk allemaal wel benieuwd, hoe onze bivak met -12 graden uit zal pakken. Om onze “metabolic rate” wat op te krikken stoppen we op 100 km voor een maaltijd. Hier heeft Roman heimelijk contact met zijn broer Herald, die in zijn eentje ons support team is. Als hij ons morgen opzoekt, stapt Roman bij hem in de auto. Hij loopt voor geen meter en heeft het helemaal gehad. Hierop dreigt Herald ons helemaal niet meer op te zoeken: hij ziet ons wel in Kornell-Münster, het eindpunt!
Op aanwijzing van de lokalen lopen we naar een redelijk beschutte Schutzhütte. Veel meer dan een afdakje is het niet, met een hele en drie halve muren. We passen precies met 5 man naast elkaar onder het dak. Veel geblaas, geschud en gedraai en iedereen ligt erin. We krijgen twee slaapcycli: wekker om 01:30. We zijn bijna 24 uur onderweg, maar de meesten al meer dan 40 uur wakker. Iedereen ligt heerlijk droog en warm en slaapt goed. Des te meer wordt er gekreund en gesteund (en een klein beetje gejankt) bij het opstaan.
Daarna volgt het koudste traject. De sneeuw is enkel-diep, en waar nog niemand heeft gelopen, moeten we oppassen het pad niet te te verliezen. Wat dus wel gebeurt, op een vlakke heuveltop in de ijsmist. Eenmaal warm aan het ontbijt wordt de stand van zaken opgenomen. Roman vertelt, dat hij gisteren al heeft besloten niet verder te gaan. Hij kampt al maanden met piriformis- of sacrum-achtige klachten en loopt inderdaad aardig scheef. Hij is enkel gebleven, omdat hij benieuwd was naar het winter-bivakje. Adriaan heeft last van beide knieën, zijn knieholtes zijn dik. Ik ben blij dat hij stopt. Hij is net uit een diepe vormdip gekropen, daar kukel je zo weer in. Nieuws van aankomende ijzel in de avond doet mij voorstellen de buiten-bivakjes voor gezien te houden. Als we de slaapspullen aan Herald meegeven, zijn we lichter en sneller, met grotere kans dat we de tocht uit kunnen lopen. Ik hoor geen enkel protest.
Ja, dit is een indrukwekkende hoeveelheid goodies die je zonder probleem mee kunt zeulen
In Gerolstein (130 km) waar Herald is, blijkt dat Roman helemaal niet stopt. Met 4 man en minder bagage gaan we door. Er steekt een fris windje op. Oh ja, nu moet ik dus iets harder lopen, was het idee. Ik krijg last van een middag-dip. Gelukkig kan ik die met Jeroen een beetje delen. Die heeft voor het eerst zijn koppositie afgegeven. We gaan nu in wandelpas, die ik steeds met twaalf jog-pasjes afwissel om bij te blijven. Bij de volgende koffiepauze hebben we aangenaam gezelschap: Herald en Adriaan zijn even echt volg-team. Een slaapplaats wordt alvast geregeld voor Mirbach (180 km), waar we ’s avonds, net voordat het gaat ijzelen, door het volg-team worden verwelkomd in een heerlijk appartement. Het eten wordt zelfs gehaald. We besluiten tot 3 slaapcycli. Adriaan en Herald gaan terug naar Aken.
Zaterdagochtend vertrekken we iets voor 3 uur. Alles zit onder een dun laagje ijs, elke stap moet zorgvuldig worden geplaatst. In het bos loopt het iets makkelijker. Ik heb een vaste afstand tot de drie mannen. Jeroen loopt nog steeds voorop. Ik krijg een beetje de slappe lach als ik de silhouetten van Thomas en Roman zie, met hun O-benige pas. Van een afstand lijken ze op trekpoppen. En toch zijn het zeer goede lopers. Roman heeft een reflector op zijn broek, die steeds een extra slinger naar rechts maakt. De imitatie die Jeroen nu doet, is inderdaad een beetje overdreven, zoals Thomas zegt. Maar, Jeroen loopt echt zo! Ik wissel bezorgde blikken met Thomas. Dat moet toch aardig zeer gaan doen? In Nettersheim is het dan zover. Na 210 km stapt Jeroen op de trein naar Arnhem.
Thomas heeft last van zijn scheenbenen. Hij stopt vaak om te rekken. Of we Kloster Steinfeld toch weer even kunnen stoppen, 15 minuten met de beentjes omhoog? Rust helpt elke keer een klein beetje. We besluiten in Gemünd (235 km) weer een echte slaappauze in te lasten. Een vriendelijke gastheer en vrouw geven ons een tweepersoonskamer voor 3 (omdat we maar kort blijven), een ice-pack voor Thomas en wijzen ons richting Kurhaus restaurant, waar ik voor het eerst echt lekker eet. Helaas slaap ik niet zo lekker. Mijn voeten zijn dik en kloppen en ik begin een Eifelsteig-keeltje te ontwikkelen. Ik hoop stiekem dat Thomas gaat stoppen, dan vind ik het ook wel best. Maar als de wekker gaat (na 3 slaapcycli), heeft hij onmiddellijk die guitige lach op zijn gezicht. Ik deel nog even mede, dat ik het alleen verantwoord vind met hem de vries-nacht in te gaan, omdat ik weet dat Herald paraat staat in geval van een weigering van het een of ander lichaam(sdeel). Zoals gewoonlijk zijn wij het volledig met elkaar eens.
“Ik heb de Nathan Journey gebruikt op meerdere dagtochten en tijdens een driedaagse tocht en kan niet anders zeggen dat ik hem met veel plezier heb gedragen.”
Na de rust voelen mijn benen weer okay. Maar als er meer reliëf in het pad komt, merk ik dat ik in de klimmetjes verder wegzak dan normaal. Het is dat Thomas niet veel bergaf rent, zo kan ik elke keer weer aansluiten. Het pad is nog verraderlijk glad. Roman stopt om zijn donsjas aan te trekken, een teken dat het inderdaad niet meer zo hard gaat. Het is een mooi stuk, zo in het maanlicht. Zolang ik in het “hier en nu” blijf, maakt het mij niet uit hoe lang het duurt. Ik ga alleen niet meer zo hard. En de bedoeling was wel dat iedereen weer op maandag op het werk zou verschijnen. Als Thomas weer eens stopt, loop ik “alvast door”. Maar hij roept mij terug. Op een glad stukje zijn knie verdraaid. Dit is niet goed. Rustig dalen we af naar Einruhr (255km). Thomas hinkt. Ik voel mij extreem slaperig. Roman belt Herald. Hij vraagt gelukkig niet eens of ik nog meega. Ik kijk naar hem: donsjasje, muts, heldere blik. Hij ziet er 10 jaar jonger uit dan toen ik hem oppikte op station Den Bosch. “Ik zie geen enkele reden om niet door te gaan”, zegt hij. Hij geeft alles wat hij niet meer denkt nodig te hebben aan ons en vertrekt met bijna springerige pas. Iemand moet dit toch afmaken? Nog 60 km naar Kornell Münster. Het is rond 05:45 zondag ochtend.
“En wie mag die f#cking kluif weer helemaal naar Aken brengen?”
“Een grote smeltende ijsbaan vanaf Monschau”
“7 km rechtdoor. Saai stuk, maar goed voor het gemiddelde, nog 17,5 km”
Berichten van Roman klinken goed-geluimd. Er komt zelfs een “actie-selfie” door.
“Het gaat ons lukken mensen. Nog een klein stukje en dan hebben we die Eifelsteig bedwongen! Tot op het bot leeggekluifd. Bedankt!”
Net voor 15:00 is Roman in Kornell Münster.
“Super goed gedaan papa. 314 km gelopen, niet normaal! We zijn allemaal heel erg trots op jou.” (Femmie Packbier)
“You must do the thing you think you cannot do”? Na 3 etmalen met weinig slaap, is dat een beetje ingewikkeld. “You must do”. Of nog beter: “Do”. Ultra-“running”. It’s a mind game. En op dit moment is Roman is de beste speler die ik ken.
Trackbacks/Pingbacks