Selecteer een pagina

Donderdag 5 december, 14.13 uur – Telefoon. Kitty van de HAN. ‘Je staat op de reservelijst voor de trailrun in Dorset. Vertrek morgenochtend 9.00 uur. Ga je mee? Er is één plek vrij; als je nu ja zegt, zit je morgen in de bus.’ Ik ben lichtelijk overvallen. Enige tijd terug volgde ik een workshop op de HAN en iemand sprak over een zekere trailrun in Dorset (of seth?). Meteen stuurde ik een mail en kwam op de reservelijst, maar dat is een maand terug. Wat er nu precies gaat gebeuren? Geen idee!

Bonkend trailhart
Niet veel later zit ik met rode oortjes te lezen: Endurance Life Coastal Trail, onderdeel van een jaarlijkse serie van 7 trails langs de kusten van Groot Brittannië. Kriebel, kriebel, mijn trailhart begint meteen sneller te bonken. Ik druk Kitty op het hart dat ik niet met minder genoegen neem dan de ultra van 54k (>2.000 Hoogtemeters). Meteen ruk ik een fles water aan en begin te drinken. Het lichaam moet bij de start over anderhalve dag overlopen van het vocht.

Kun je zelfstandig zwemmen?
Nog even slaat de schrik me om het hart als ik van Kitty een aanmeldformulier moet invullen. Dit is de eerste trail waarbij me wordt gevraagd of ik in staat be zelfstandig 50 meter te zwemmen. Slik! Kun je hier van de kust vallen ofzo…?

Startperikelen
Snel pak ik mijn boeltje. Dit wordt een uitgelezen kans om mijn Mud&Sweat-gevoerde-armstukken die ik van de Sint heb gekregen eens in de praktijk te gaan testen. Vrijdagochtend 9 uur vertrek ik op de mountainbike richting de bus die bij de HAN zal vertrekken. Het is takkeweer. Getooid in ademende regenbroek probeer ik dan ten minste met een droge kont bij de bus te arriveren voor de busrit van 10 uren. Aldaar, enkele bekende gezichten: vriend Jelle Schoemaker met partner en Marko Koers, drievoudig Olympisch atleet en trainer en coach die de groep de laatste 8 weken heeft begeleid, samen met trainers Henk Bruggeman en Ton van Laethem. Met 71 personen gaan we op weg.

Aanrakingen
Tussentijds post ik op facebook: ‘…#HAN #DORSET in een bus in een trein in een tunnel in de zee tussen FR en UK op weg naar #trail…’ Meteen volgt de reactie van een vriendin: ‘Toch niet met de NS he!?’ Ze kent mij en mijn relatie met ‘mijn vrienden van de NS’. Ik zit achterin de bus, met achter mij een stuk of tien dames, als textielstickers met je naam en afstand worden uitgedeeld. Opeens beginnen dames mij aan te raken: ‘Oh, jij bent de Held! Ik wil je even aangeraakt hebben hoor!’ Blozend laat ik het mij welgevallen. Blijkbaar is er nog een andere persoon – Edwin Castelein – die op de ultra gaat starten. Zou hem een zelfde behandeling welgevallen, voorin de bus?

Over Dimpie en het spoelen van de zak
Edwin blijkt zeer plezierig gezelschap en gezien ons beider vroege start delen we een kamer. Na afgooien van de tassen delen we tevens de hotelbar, samen met Hans Niemeijer die de marathon loopt. Hans is privé gekomen en heeft een huurauto geregeld. We gaan morgenochtend carpoolen en om 6.15 uur vertrekken. Gedrie wisselen we sterke verhalen en biertjes uit. Hans blijkt een fervent klimmer en Edwin vermaakt ons met prachtige anekdotes over de Transalpine Marathon en de Salomon4Trails die beide nog op mijn bucketlist staan. Al snel leggen we contact met het fenomeen ‘Dimpie’, de bijzonder aimabele salesmanager van het hotel. Of we haar een aanbeveling op Tripadvisor willen geven? We willen dat natuurlijk best overwegen, maar dat vereist een biertje. Dat vindt ze zelf ook. Aangezien wij met z’n drieën zijn, vinden wij dat we drie keer drie biertjes nodig hebben om Tripadvisor serieus te overwegen. Dat vindt ze zelf ook wel en ze doet er nog een extra nagerecht bij. Ze is een goede salesmanager vinden wij unaniem. Een dolle boel. Helemaal compleet is de avond als drievoudig Olympisch atleet Marko uitlegt hoe je je zak moet spoelen en luchten om schimmel en aanslag tegen te gaan. Het vereist geen toelichting dat het hier de drinkzak betreft. Klokslag 00.30 uur taaien we af. Het volbrengen va dit soort afstanden vereist een onbezwaarde geest. We duiken verlicht onder de wol.

Crossing tanks en sudden gunfire
5.15 uur – de wekker. Binnen tien minuten staan we beneden aan het ontbijtbuffet en weer een half uur later zitten we in de huurauto. Kitty hangt op dit vroege tijdstip uit het raam om ons aan te moedigen. Sterk! Voortvarend loodst Edwin en stuurt Hans, terwijl ik ‘Links, links!’ brul. Een team. In de buurt van de start wordt het wat vreemd als we borden langs de weg beginnen te ontwaren: ‘Crossing tanks’ en ‘Sudden gunfire’. De angst slaat ons om het hart, ook indachtig de 50 meter zelfstandig zwemmen. Ook wij hebben gehoord van het fenomeen ‘obstacle runs’. Wat is dit?

Startperikelen
In een klein, verzonken muizendorp parkeren we en ondergaan het startritueel. Nummer ophalen, toilet, omkleden, toilet, drinken, toilet. Althans, dat is mijn ritueel. Mijn maag laat het afweten. Het zou hier gezien de warme zuidenwind ongeveer acht graden zijn, maar we staan ronduit te vernikkelen van de koude. We staan getooid in jas, muts en handschoenen als het aftellen begint. Klappertandend gaan we op weg. Gelukkig speelt de organisatie hierop in met direct een moordende klim die reikt tot de maan. Stapvoets beklimmen we de trap, schieten foto’s en hijgen. Het lijf gaat vanuit de slaapstand direct over in overlevingsmodus. Niet veel later verdwijnen in het hele peloton jassen en handschoenen in de rugzakken. Dampend banen we ons een weg langs de kust. Links van ons de zee, een uitgestrekte zilveren spiegel, rechts de glooiende binnenlanden. Via een aantal zeer pittige klimmetjes vorderen we langs de krijtrotsen. Als ervaren loper houdt Edwin er wijselijk de rem een beetje op. Hij is tevens de enige in het veld met stokken (sorry: poles). Dit conform zijn adagium: als een wedstrijd méér dan 1.500 klimmeters kent, gaan ze mee. Ik ben iets onbesuisder en draaf voortvarender, zeker in de afdalingen. Na een kilometer of zes moet ik echter voor een vierde toiletstop de bosjes in. Edwin haalt me bij en vanaf dat moment zullen we samen oplopen.

Loopvisies
Edwin is een aimabele kerel en het is geen straf om met hem door deze contreien te rennen. Edwin sterker in de klim; ik iets sneller in de afdalingen. Gaandeweg ontdekken we dat we een aantal loopvisies delen:
• Als je een top niet zie, wandel je
• Als je korte pasjes neemt in de afdaling, is je voet alweer weg voordat hij kan zwikken
• Een Boeddhistische wijsheid: Beter beheerst glijden, dan krampachtig stilstaan
• Alle kilometers naar beneden zijn gratis kilometers
Zo bezien is een ultratrail niets anders dan een continue aaneenschakeling van wandelen en gratis kilometers.

Squeeky noises
Het parcours vormt een soort achtje met start- en finishzone op het kruispunt, en daarna nog een lus van tien kilometer. Op het uiteinde van de eerste lus maakt Edwin even een toiletstop, als we hevig gegil achter ons horen. Ik dribbel terug om aldaar de Londense Paula te ontwaren. Ik sprak haar kort voor de start. Ze heeft haar enkel verzwikt en naar eigen zeggen ‘she heard something snap in the process’. Gezien haar trekkebenen en grimas heb ik er weinig fiducie in. Ik reik haar de hand, help haar een bruggetje over en zeg haar dat ze zo vast een weg tegenkomt alwaar ze kan terugliften. Ze gromt. Als we weglopen, haakt ze hinkepotend aan en gaat daar nog zeker 33 kilometer mee door, om op de marathon (44k) te finishen. Tegen die tijd ziet ze wat groen van het grimassen, maar lachend verdwijnt ze in de EHBO-tent om haar enkel een uur te laten ijzen. Geen kinderachtige tante.

Never give up!
Zelf zegt ze erover: ‘…The Endurancelife CTS Dorset is one of the most brutal of the series – level 5 (extreme!) but absolutely stunning. About 4 miles I wasn’t feeling entirely focused and lost concentration… then there was a loud “snap”! I had twisted my ankle… at one of those angles that you know joints aren’t designed to go. It was so loud (ok, I think I may have squeaked a little…) that another runner about 50m ahead heard it and came to check – thanks Jan! (Fast Fokkie). So my first thought was “that was fairly catastrophic. Bugger!”. I established fairly quickly that I could just about put my weight on it though, the damage was all down one side and a bit on the inside but if I kept it straight and ran on my toes it was just about bearable. I had a job to do so set off shuffling up the hill. Whatever I had done was far too scary to face now so that would have to wait until later (seemed logical at the time…) meanwhile I just kept moving forward and monitoring angles extremely carefully so I didn’t stress my ankle more and not risk taking any pain relief in order to get essential feedback. So me, Jan and his friend kept going for a while… I got left behind a bit, downhills, awkward cambers and tractor tracks were all really tricky so I had to tiptoe but it didn’t matter how stupid I looked. So I got there… Got a medal… a girl passed me and said “I can’t believe you just did that, you’re my hero!”. I didn’t feel like much of a hero sat in a wheelchair on my own contemplating what damage I might have done, but I didn’t think twice about carrying on at the time – Never Give Up! is Endurancelife’s motto, so I didn’t. The xrays were ok and MRI scans show it’s actually not as bad as it could be. And I finished in 6:21 so that’s an hour faster than last time!…’

Hekkenexperts
Op de terugweg naar het kruispunt kunnen we vaart maken omdat het terrein wat uitvlakt. De zon komt nu goed door en rechts onder ons zien we een zilveren plaat, geflankeerd door krijtrotsen in een schouwspel van licht en schaduwen van de wolken die langsdrijven. Het is adembenemend mooi en beide lopen we euforisch te grijnzen. Dorset is géén straf en tanks en gunfire verdwijnen naar de achtergrond. Door weilanden en karresporen hobbelen we voort met om de kilometer een hekje of overstapje. In het begin is het nog zoeken hoe de hekken te openen, maar na deze trail zijn we experts en rennen we ze op full speed. Inmiddels worden we achterop gelopen door de eerste marathonlopers die later zijn gestart. Ze groeten uiterst vriendelijk met een ‘Ay!’ of ‘Ooy!’. Na een pittig bultje volgt een steile afdaling waarna we ons reeds in-de-finish-laten-vallen. Later zou blijken dat Bram hier derde werd op de tien kilometer door zich als een ware Kogel de berg af te storen en daarmee de kopgroep te elimineren (Voor de Annales: Bram derde positie 10k op een internationale trail).

Stay on track
Weinig HAN-supporters in de finishzone, dus we denderen door het pittoreske dorpje om meteen aan de andere kant via een trap en een steile klim weer te verdwijnen. We gaan nu militair oefenterrein binnen. Her en der staan roestige tanks in het landschap en overal staan bordjes met ‘Keep out!’ en ‘Stay on the track!’. Het ‘sudden gunfire’ indachtig wagen we ons geen millimeter van de paden en we snijden voor de verandering eens niet af. Dit deel van het parcours kent heel steile klimmen en Edwin is hier met zijn stokken en ervaring duidelijk in het voordeel. Ik laat me niet gek maken, klim rustig in mijn eigen ritme, om eenmaal boven het ontstane gaatje weer te dichten. Zo dartelen we de hele tocht om elkaar heen, kletsend, lachend en fotograferend. Op ongeveer 30k komen we bij de volgende drinkpost. Mijn pootjes beginnen inmiddels danig stram te worden en ik heb even een mentaal dipje. Ik eet wat en pak een gebruikt bekertje uit de afvalton dat ik laat vullen. De posten zijn hier sober – water en zoete snoepjes – en slechts een beperkt aantal bekertjes. Liefst laten ze je alleen je zak bijvullen en de bekertjes zijn er just-in-case. Prima zo.

Twee bier en een Rose
Meteen na de post volgt een gruwel van een klim. Gezien mijn dip dwing ik mijzelf meteen na de klim te gaan dribbelen en dat ook te blijven doen. Als ik nu niet het gevoel houd dat ik letterlijk meters maak, dan is het einde zoek. Edwin volgt en moedigt aan: ‘Jan, nog maar 15 en dan nog een te verwaarlozen lusje van 10!’ Beide zien we totaal niet op tegen dat laatste lusje van tien, maar dit stuk moet ik even verwerken; het verste punt van de tweede lus. Gelukkig is het hier relatief vlak. Dan komt Hans ons achterop in zijn marathon. Enkele bemoedigende woorden gaan over en weer en Edwin bestelt vast twee biertjes voor aan de finish. Ik val in: ‘Neem zelf ook een lekkere Rose!’ Hans steekt zijn hand op. We hobbelen enkele kilometers achter hem aan, waarbij hij langzaam uitloopt.

‘De Muur’
Op ongeveer 34 kilometer ben ik door mijn dip heen. Het lijf doet aardig pijn, maar ik weet wonderwel soepel te blijven draaien. Ook Edwin oogt uiterst soepel, al beaamt hij dat slechts uiterlijke schijn betreft. Gelukkig, ook hij is mens. Op ongeveer 39 kilometer lopen we Marko tegen het lijf. Hij filmt en fotografeert. Weer een kleine pep, waardoor je voor je het weet alweer een kilometer verder bent. En zo trekken de kilometers eigenlijk soepelste onder ons door. Marko waarschuwt nog wel voor ‘de muur’ die zo volgt, waarbij hij een vermoeide blik tentoon spreidt… Ach, we zien het wel. In die steile klimmen probeer ik alleen naar mijn voeten te kijken en dan vallen ze eigenlijk mee. Ze zijn niet meer dan 100 tot 150 meter ook al zien ze er vervaarlijk uit. Als je je tien minuten flink kwaad maakt ben je boven.

Verstijfde harlekijnen
Na de muur volgt een secreet van een afdaling. Edwin en ik hobbelen soepel in kleine pas naar beneden. Dit is voor het eerst in mijn loop carrière dat ik mensen tegen kom in een afdaling die écht vol-le-dig geparkeerd staan door verzuring. De benen zijn zo stram dan ze eenvoudigweg weigeren nog langer dienst te doen. Als verstijfde harlekijnen laten ze zich langs het hek naar beneden glijden. De benen buigen niet meer. Ook voor ons zijn deze laatste kilometers van de marathon nog onverwacht zwaar omdat de finish op 44k blijkt te liggen. Edwin gromt: ‘Hoe kan het vanaf hier nou nog een mijl zijn? Ik zie de finish al liggen.’ Ik brom terug: ‘We gaan zo links het bos in en daar volgt een lange trap en dan loop je via de kust het hele dorpje door…’

Accu leeg
Bij de finish ditmaal heel veel HAN-supporters. We dralen echter niet en vliegen door het dorp heen, meteen aan de andere zijde de helling weer op. Nu blijven hangen, zou een mentaal dingetje zijn. Onderaan de klim stoppen we om ons warmer aan te kleden. Het is einde van de middag en de schemering ligt op de loer. Als we weer op pad gaan merk ik echter bij de eerste stappen dat het op is. De voortdurende klimmen hebben hun tol geëist, de maag niet helemaal op orde en een twee weken durende verkoudheid achter de rug. Ik voel dat het wijsheid is hier toch te stoppen. Voor me zie ik nog 9,8k met venijnige klimmen en in mijn achterhoofd bromt een stemmetje dat dit wel eens een lijdensweg zou kunnen worden. Edwin is iets sterker en pakt het sportief op door met gezwinde spoed in de duisternis te verdwijnen.

Heldenfinish
Ongeveer twee uur later komt Edwin volledig euforisch de helling af denderen. Een groepje HAN-ers is hem tegemoet gelopen, maar kan hem niet volgen in de afdaling. Met een grote grijns, twee stokken in de lucht en het luidste gejoel van de dag komt hij over zijn finish. Een zeer zware 54k getuige het aantal uitvallers – ongeveer 1/3 van het aantal deelnemers stapt uit op 44k – en de lage gemiddelde snelheid. Een prachtige prestatie op een dito trail. Dat geldt overigens voor alle HAN-ers. Dit was een pittig trailtje met twijfelachtige ingrediënten: zwemmen, sudden gunfire en crossing tanks. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ik enkele dames de volgende ochtend bij het ontbijt de term ‘ochtendstijfheid’ in de mond hoor nemen, een term die tot voor kort alleen voor heren was gereserveerd. Niet in Dorset. Hier zijn grenzen verlegd.

Splash this around