Selecteer een pagina

MudSweatTrails Materiaalmateriaal

The Happiness Advantage – TGC 2016 (RR)

door | mrt 8, 2016 | Trailen in het nieuws

Na een jaar of drie snuffelen aan de ultra-trail was het tijd voor een 100 plus. Kilometer wel te verstaan. De 50 mijls-afstand was inmiddels verworden tot een basiskamp voor verdere exploratie. Hoogste tijd om over de nominale grens te gaan om te ervaren welke geneugtes daar gevonden kunnen worden. Nadat ik mijzelf al twee jaar 40 kilometer en 4000 hoogtemeters korting had gegeven op de full monty (Transgrancaria, 125 km, 8000 D+) was de houdbaarheidsdatum van dit kennismakingsaanbod verlopen. Time to step up and play with the big boys.

Eido Dunkerbeck stuurt Irene, Thomas en mijzelf naar Agaete, de havenplaats in het noorden van het eiland en de start van de race. Zoals het atleten van het type winnaar betaamt vullen zij hun hoofd met positieve gedachten. Kleine dingetjes over het materiaal, de route-kennis en vooruitzichten worden met elkaar gedeeld en bevestigd. De hersens worden bewust of onbewust klaargestoomd voor wat komen gaat. Als in het sprookje van Peter Pan worden de gedachtes aangemaakt om te kunnen vliegen.
Ik ben nog wat stil. Reken mijzelf absoluut niet tot de categorie atleten, laat staan van het type winnaar. Ben wel bekend met de basistheorieën van de positieve psychologie, maar de praktijk van vanavond is een andere. Met nog enkele uren voor de start moet de echte zin nog komen. Het hoofd is eigenlijk leeg. Ik luister naar de small talk van mijn reisgenoten maar deel de pre race rush nog niet.  Ik vraag me vooral af wat de impact zal zijn van het ontbreken ervan. Of van een zekere mate van lichamelijke voorbereiding.
In het havenstadje mengen we ons in de menigte. De havenstad is overgenomen door goed gesoigneerde ultralopers, hun verzorgers en lokale belangstellenden. De ingehuurde Depa maakt een feestje van de start. Thomas en Irene nemen plaats in het elitevak en ik zoek mijn plek via de achterkant van het startveld. Daar staat ineens een groot bord. Het resterende ultratrailvee wordt onderverdeeld in twee categorieën. Wie meent 20 uur of sneller te kunnen lopen mag links, de rest rechts. Vooraf heb ik 24 uur  gecommuniceerd, op 23 uur gerekend en 22 uur gehoopt. Maar goed. Soms ga je ook zo hard als het groepje waar je in loopt. En binnen een bepaalde lichamelijke en geestelijke bandbreedte levert dat dus ook een rijke variatie aan potentiele eindtijden op. Kortom, step up. And go left.

De keuze voor het snelle startvak initieert een mooi gevoel. Ik kijk om mij heen en speur mijn medelopers af op lichamelijke kenmerken en daarmee geassocieerde prestatievermogens. De gebruinde spierbundels zien er sterk uit maar ik voel me goed. De muziek zweept nog wat op. Tussen de klanken door hoor ik de opgeroepen namen van ‘Doenkerbek’ en ‘Kienekiem’.  Op slechts enkele meters voor me ontwaar ik de Buff hoofdband en grijze slapen van mijn grote vriend. Ik hoor hier.

De start is als vele starts. De meeste lopers gaan net iets te hard weg. Onder luid gejoel van de toegestroomde dorpelingen. Ik laat me graag inhalen. Mijn raceplan zal dezelfde zijn als Thomas. Fris zijn in Fontanales en nog wat overhebben bij Roque Nublo. Deze wedstrijd begint namelijk pas echt in Garanon, 40 kilometer voor het einde. De eerste twee uur van de race zijn magisch. De wolken zijn verdwenen, het is windstil en een sliert lampjes beweegt zich klimmend naar de sterren. Mijn hoofd vult zich nu ook met blije gedachtes. Over hoe mooi dit is. En hoe ‘The Universe’ me wederom zo goed gezind is met deze omstandigheden. De koude droge lucht is een cadeautje voor mijn hart/long-machine.

Ja, dit is een indrukwekkende hoeveelheid goodies die je zonder probleem mee kunt zeulen

Ondanks het voornemen van een behoudende start is het wel de bedoeling om veel kilometers te maken in de eerste 10 uur. Het kan goed warm worden in Grancanaria en ik loop doorgaans relatief beter in de koude zuurstofrijke lucht. Dus goed doorstampen en geen rustpauzes is het devies. Dat doorstampen had misschien toch nog wat voorzichtiger gemoeten. De quadriceps hebben al aardig te lijden onder de afdalingen en/of de gebrekkige voorbereiding. Door een al eerder ontstane blessure aan de voet vang ik extra veel druk op met de bovenbenen. En die beginnen naar tweeduizend daalmeters al aardig te zeuren. Ondertussen wordt het alsmaar kouder. De temperatuur op hoogte zal niet ver boven het vriespunt liggen. Het is wolkjes blazen bij het uitademen in de klim. Ook is de wind terug en heeft de wolkeloze sterrenhemel plaatsgemaakt voor mist. Het is een delicate balans om de lichaamstemperatuur goed te beheersen. Onderkoeling ligt op de loer met alleen een mouwloos shirt en arm sleeves. Maar het windjack zorgt weer voor extra warmte die me niet harder laat lopen. Ik verkies de kou en gok/reken op een sterk gestel.

Kort voor de klim richting Roque Nublo is nog een ravito. Ik besluit mijn rol als race reporter eens wat inhoud te geven en wat onderweg gemaakte foto’s door te sturen naar het volgteam in Nederland. Ongeveer halverwege de koers heb ik vertrouwen in de goede afloop. Opgerookte quads maar ‘destined to finish’ app ik naar Marc en Matthew. De mannen zijn online en reageren snel. Snel vraag ik nog hoeveel voorsprong Irene heeft. Met Garanon binnen bereik wordt het tijd voor nieuwe doelen. Ik wacht het antwoord niet af en begin aan de klim naar de bekendste rots van het eiland.

Boven bij Picos de las Nieves bereik ik het hoogste punt van de race. De komende 40 kilometer bevatten nog een kleine vertikale kilometer D+ en 2500 meter D-. Normaal gesproken mijn feestje omdat ik eigenlijk het klimmen bij ultratrail als een noodzakelijk kwaad op de koop toe neem. Toch zijn mijn bovenbenen niet echt van plan om dit feestje mee te vieren. Ze zijn zuur en meer toe aan een gezellig avondje op de bank. Ik verzin een afdaalmethode waarbij ik zowel mijn bovenbenen als de beblaarde voeten kan ontzien. Het resulteert in een naar voren gekanteld lijf dat vooral op de voorvoet landt. Een methode die eigenlijk alleen goed werkt als je flink blijft doorlopen. Dat komt goed uit, want na dik 90 kilometers is de meeste lol er wel van. Let’s go and get this over with!
In de klim richting Roque Nublo was Angela Shartel me voorbij gekomen. De Amerikaanse die was geïnviteerd door de UTWT had het zwaar gehad in de Canarische downhills en probeerde wat goed te maken van de schade die ze had opgelopen. Ze liep bij me weg en zou haar pas weer zien in de afdalingen richting Ayagaures.

“Ik heb de Nathan Journey gebruikt op meerdere dagtochten en tijdens een driedaagse tocht en kan niet anders zeggen dat ik hem met veel plezier heb gedragen.”

Na Ayagaures was nog één klim voordat we definitief zouden afdalen naar zeeniveau. De Californische was wat later vertrokken uit de ravito en stampte net als ik stevig door in de laatste klim. We halen nog vele lopers in van beide ultra-afstanden. Als we samen lopen complimenteer ik haar voor het feit dat ze de wedstrijd uit gaat lopen. Hoe vaak zien we de elite niet uitstappen als het podium uit beeld raakt? In de afdaling na de klim loop ik nog een keer bij haar weg. I wish I had your downhill skills zegt ze nog. Leuk om te horen, maar mijn bovenbenen maken me momenteel niet meer dan een gemiddelde afdaler.

Ik zie na 110 kilometer eindelijk Irene weer in een serie haarspeldbochten. De sympathieke ultraloopster / triatlete wenkt plichtmatig terug op mijn uitbundige gezwaai. In mijn achtervolging zie ik dat ze nog wel rent maar de snelheid die haar zo kenmerkt ontbreekt.  Irene is enkele kilometers daarvoor gevallen en heeft haar knie en schouder geblesseerd.  Tevreden met haar verwachte eindtijd besluit ze haar lijf niet verder te kwellen en de wedstrijd iets rustiger uit te lopen. Ik probeer haar nog te motiveren met de wetenschap dat Angela Shartel achter haar loopt maar haar doel is inmiddels een andere, finishen met niet te veel pijn.

Als het vlakker wordt komt Shartel weer dichterbij. Met wat heen en weer gekeuvel over Western States, Stevie’s, Anna’s en Tarahumara’s lijkt een definitieve band gesmeed om samen te finishen. De lol van het lopen is er wel af, de benen zijn op en de ambitie is gelijkluidend. Zo snel mogelijk korte metten maken met deze editie van Transgrancanaria. Ik push Angela op de losliggende ronde keien in de nieuw ingepaste rivierbedding, zij pusht mij in de laatste twee kilometer op dat ellendige asfalt.  Het brengt ons beide naar een tijd (20 uur 43 minuten) die we vooraf niet hadden gedacht. Zij twee uur langer dan gehoopt, mij twee uur eerder dan verwacht.  Al met al genoeg reden voor een all-American hug en een onvervalst Transgrancaria finisherbiertje. Dat biertje was overigens niet te zuipen, maar de eerste honderd plus afstand smaakt naar meer…

Think happy thoughts and you can fly.

Splash this around