materiaal
Train as you Race
Train as you race. Race as you train.
Tijdens de pauze in de koffiekamer van de sportinstructeurs van het Korps Commando Troepen gaat de discussie weer eens over de training van de nieuwe cursisten voor de Elementaire Commando opleiding. De Sergeant Majoor, met rood haar en altijd een peuk tussen zijn vingers, stelt dat het geen enkele zin heeft om de jongens te testen op hun loopvermogen in sportkleding, op hardloopschoenen. Het interesseert hem geen ene snars hoe goed ze zijn op de atletiekbaan. Het enige wat voor hem telt, is hoe ze zich houden met een zware rugzak op hun schouders en met hoog schoeisel aan hun voeten, het liefst ook nog na een lange nacht zonder slaap. Hij houdt een vurig pleidooi voor het trainen onder reële omstandigheden zoals die zich zometeen in Bosnië ook voordoen. De kale vaderlijke adjudant geeft aan dat dat wel klopt, maar dat je die jongens toch ergens op moet selecteren.
De rokende sergeant majoor geeft kortweg terug dat het zonde van de selectiedagen is en dat het vervolgens helemaal zonde is, dat ze dan ook nog op hardloopschoenen lopen aan het begin van hun carrière als militair. Voor het eerst hoor ik de term: “train as you fight, fight as you train”. Als nieuwbakken fysiootje met een paar maanden ervaring vind ik er van alles van, wil ik van alles inbrengen in deze discussie, maar heb ik de bagage helemaal niet om iets zinnigs te zeggen. Na vier jaar HBO opleiding waarin de term “functioneel trainen” uberhip was, voel ik tijdens deze terugkerende discussies in die rokerige koffiekamer dat ik echt nog maar net kom kijken in de wereld van het trainen.
In het jaar dat volgt ben ik regelmatig getuige van deze “train as you fight” methode. Tijdens lange nachtelijke kaartlees oefeningen, zie ik de grootste atleten afknappen vanwege slaapgebrek, terwijl de meer middelmatige sporters rustig doorhobbelen. Zie ik scherpschutters uren wachten in de bakkende zon, midden in de zomer, midden op de Veluwe. Met gesmoorde hersenen net dat ene schot afleveren wanneer nodig. Zie ik cursisten lopen met bepakkingen die in de buurt van hun eigen lichaamsgewicht komen over heides, door bossen, dwars door elk soort terrein. Misschien is het nog wel meer wat ik dat jaar, dat ik werkte als fysio bij het Korps Commando Troepen, juist niet zag: ik zag geen hardloopschoenen. ik zag geen perfecte omstandigheden. ik zag geen uitgeruste cursisten.
In datzelfde najaar, ergens eind oktober, begin ik me weer eens voor te bereiden op een nieuw mountainbike seizoen. Ik stap dag in, dag uit op de racefiets en begin met lange duurtrainingen. Duur 1, 2 en 3 moeten namelijk perfect zijn alvorens…
Die winter komen wat mijn docenten op de opleiding fysiotherapie bedoelden met “functioneel trainen” en wat de roodharige sergeant majoor bedoelde met “train as you fight, fight as you train” samen ergens in de bossen van Nijmegen. Ik stap niet meer op de racefiets, ik stap op de mountainbike. Ik trap geen uren achtereen bij lage vermogens, maar laat het terrein en de omstandigheden bepalen hoe zwaar het is. Techniek en fietsbeheersing boven mooie vlakke hartslagcurven. De smaak van modder en knarsende kettingen boven glad asfalt. Hoogtemeters boven vlakke kilometers.
Een goede mountainbiker ben ik nooit geworden, maar in de jaren die volgden haalde ik met een chronisch tijdgebrek vanwege mijn werk en nieuwbakken vaderschap betere resultaten dan in alle jaren als lamlendige student, waarin ik week in, week uit uren en uren verlummelde met a-specifiek geneuzel.
Ja, dit is een indrukwekkende hoeveelheid goodies die je zonder probleem mee kunt zeulen
De afgelopen paar jaar ben ik het steeds leuker gaan vinden om lang door lastig terrein te lopen. Beeld ik mezelf wel eens in dat ik een goede ultra-trailer ben. Mijn kleine jongetjes droom om een echte commando te worden, heb ik al lang geleden ingeruild voor de droom om ooit ergens in de bergen op een podium te staan aan het einde van een ruige, zware, lange en langzame bergtrail. De manier van voorbereiden komt echter volledig overeen met hoe die elite soldaten dat doen: “train as you fight”. Alleen is dat vechten gelukkig vervangen voor racen.
Overtuigd dat mijn sport bepaald wordt door het vermogen om snel en behendig te klimmen en dalen en niet door hard over het asfalt te lopen, maakt dat ik in Nederland altijd al opzoek ben geweest naar kleine hoogteverschillen en lastige ondergronden. Alle al dan niet kunstmatige heuveltjes en basalten kribben in de Nederlandse rivieren ken ik ondertussen op mijn duimpje. Maar uiteindelijk missen toch de echte bergen om het principe van specifiek trainen goed toe te passen.
De afgelopen maanden ben ik vaker dan ooit te voren in de bergen geweest. Vele uren heb ik getraind zoals ik komend seizoen wil racen. Waar de nachten tijdens een ultratrial soms desoriënterend en bedrieglijk kunnen zijn, omdat hartslagwaarden lager zijn dan normaal, het urenlange turen in de straal van een hoofdlamp je misselijk en duizelig kunnen maken en slaap je soms echt kan overmannen, ben ik juist dat in mijn trainingen na regelmatig een lange werkdag op gaan opzoeken. Waar de Pyreneeën, waar ik meerdere keren zal racen dit seizoen, bekend staan om ruig en steil en de bewoners vaak kiezen voor de kortste route tussen dal en col of top, ben ik de afgelopen maanden in mijn trainingen nog meer de rechte lijnen berg op en af gaan opzoeken dan ik al deed. Waar sneeuw komend weekend al zomaar de vijand van de deelnemers zou kunnen worden, heb ik er de afgelopen winter en voorjaar voor gezorgd dat sneeuw in bijna elke hoedanigheid voor mij bekend terrein is. Dat ik precies weet wat ik in de sneeuw kan, maar meer nog: wat ik niet kan. Waar in Holland het adagium nog al eens wordt aangehangen dat danwel het klimmen, danwel het technische terrein, danwel het dalen toch niet te perfectioneren is voor ons laaglanders, ben ik nog meer gaan klimmen, nog harder gaan dalen en nog meer gaan klauteren in alpien terrein.
Aankomende vrijdagavond om 2200uur start ik in de 129km lange Emmona Ultra Trail. 10000 hoogtemeters en kilometers van losse blokken voorziene graten tussen de 2400 en 3000 meter boven NAP moet ik samen met een paar honderd anderen zien te overbruggen.
“Ik heb de Nathan Journey gebruikt op meerdere dagtochten en tijdens een driedaagse tocht en kan niet anders zeggen dat ik hem met veel plezier heb gedragen.”
Ergens in 2001 in een rokerige koffiekamer was het een sportinstructeur die me de ogen opende als het gaat om goed voor te bereiden: wat ik anderen laat doen als fysio en wat ikzelf doe als sporter. Ik wou me toen mengen in de discussie, maar had er de kennis en kunde niet voor in huis.
Nu in 2016 ben ik meer overtuigd dan ooit tevoren van het gelijk van zijn pleidooi: train onder reële omstandigheden op een manier zoals je ook je race zult uitvoeren. Verdoe je tijd en energie niet met a-specifiek geneuzel: Train as you Race!
Trackbacks/Pingbacks