Selecteer een pagina

Tulipandes in Euforia (233/20), Andorra (racereport)

door | 11 jul 2017 | Nieuws, Trailen in het nieuws

Het is zaterdagmiddag. We lopen omhoog nadat we nabij Soldeu de asfaltweg die dwars door Andorra loopt zijn gekruist. Ergens ben ik blij dat het is gaan regenen. Sinds ons vertrek woensdagochtend heb ik een hele tube zonnereuzel op mijn vel gesmeerd, maar desondanks voel ik me een gegrilld speenvarken. Mijn team maat Mario Ramos heeft nergens last van, met zijn donkere huid, ook al bietst ook hij op enig moment een lik vet.

De Spanjaarden noemen me tulipan (tulp). Mario is geboren in de Andes, op 3800 meter hoogte. Samen zijn we ‘Tulipandes’, een van de 99 teams die woensdag in de vroege ochtend zijn gestart aan het nieuwe loopnummer van de club die de Ultra Mitic en de Ronda dels Cims organiseert. De nieuwe uitdaging heet Euforia en is 233 km lang en heeft 20 km aan hoogtemeters. Ergens vraag je je een beetje af waar deze extreme zotheid van hoger en verder toe moet leiden, maar toch prikkelt het initiatief. Teaming samen met Mario is een logische stap. Hij liep drie jaar achtereen de PTL en koppelde vorig jaar de PTL (plm 300 km, plm 26 km D+) , 4 KVDA (idem) en de Tor des Geants (idem) achter elkaar, binnen één maand. Niemand anders deed dat, niemand anders zal dat ooit nog doen, want de 4 KVDA is niet meer. Mario is een living legend. Niet snel, maar unstoppable. Bij de start was het een weerzien van oude bekenden, waarbij de voertalen Frans, maar vooral Catalaans en Spaans waren. Ik heb gedurende 233 km vier woorden Engels gehoord. ‘Shit!’, ‘ok’ en ‘walking dead’.

In de klim in de regen na Soldeu (op km 180) lopen we een stukje tegen de stroom in van Celestrail (80 km) lopers. Ze zijn 13 uur onderweg en hebben de hele nacht gelopen. Dat is goed te zien. We moedigen ze aan. Als ze onze rugnummers zien doen ze hetzelfde voor ons: ‘Sois unas maquinas!’ Jullie zijn machines. Na een kilometer verlaten we de Celestrail. De gestage regen gaat over in een hoosbui. We schuilen bij een hutje, in deze omstandigheden heeft het geen zin om aan de loodrecht uitziende zwarte skipiste die voor ons opdoemt te beginnen. Mijn achillespezen kraken van de afgelopen 17.000 loodrechte hoogtemeters. Pyreneeën hoogtemeters zijn altijd wreder dan de alpenvariant. Geen gezigzag, no switchbacks, gewoon recht naar boven.

Er staan wat bedden in het hutje. Mario gaat liggen en is meteen vertrokken. Binnen een minuut knort hij licht. We zijn hondsmoe. De vele hoogtemeters door het moeilijke terrein waren slopend, de slaap en eetvoorzieningen onderweg waren suboptimaal. Gegeten hebben we nauwelijks, de afgelopen tachtig uur. De afgelopen drie nachten heb ik per nacht de zestig minuten slaap niet gehaald. Veel teams stapten al uit. Gedemotiveerd door de hoogtemeters, mentaal geknakt, gesneuveld tussen de rotsblokken, met een heli opgehaald, naar de bewoonde wereld terug gestrompeld, gehecht, gespalkt, gebroken. Euforia eist een zware tol. Ik maak een vuurtje in de haard in het hutje, met droog hout dat klaarligt. Vuurtje stoken tijdens een trail, dat had ik nog nooit gedaan.

De opzet van de race is me inmiddels wel duidelijk: we maken een soortement van lus om de landsgrenzen van het minilandje, inclusief een binnenlus. Daarbij volgen we zoveel mogelijk aaneengesloten toppen via graatjes, die hier en daar redelijk scary zijn, zeker ‘s nachts. Zo pikken we misschien wel vijftig bergtoppen mee. Na twee uur in het hutje te hebben gewacht op beter weer besluiten we om toch maar de regen in te gaan. We zijn er wel klaar mee, er is nog maar een etmaal te gaan. Inmiddels zijn we met drie teams in het hutje. Een van de andere teams is Els Joans, beide mannen heten Joan. Ze hebben nog niet geslapen sinds de start. Een van de mannen hallucineert vreselijk en is nauwelijks aanspreekbaar. Als hij al iets zegt is het in plat Catalaans, ik versta hem niet. Zijn ogen kijken verwrongen, zijn lijf lijkt 95 jaar oud. Hij wordt bozig als we hem proberen te laten slapen. Als we doorlopen wankelt hij, alsof hij ieder moment kan omvallen. Het is een onprettig gezicht.

We geven flink gas de piste op naar boven, ondanks de steilheid. Het doet pijn aan mijn longen en mijn kuiten en pezen, maar het warmt in ieder geval lekker op. Voor het eerst kan ik mijn nieuwe Berghaus jasje eens even echt goed uittesten, hier is het voor gemaakt. Inmiddels stormt het en het is alsof de Mobiele Eenheid ons met een waterkanon van de berg probeert te stralen. Als we bijna boven aan de piste staan begint het te onweren, meer in de buurt dan me zint. Ondanks ons hoge tempo versnel ik. Onweer op een bergtop staat niet hoog op mijn verlanglijst. Mario volgt, een van de Joans geeft nog meer gas en is als eerste boven. De andere Joan blijft achter. Het zou me niets verbazen als hij gewoon zou omvallen. Op de top van de berg hangt een ‘balise’, een marker uit de wereld van het oriënteren. Het is de bedoeling dat ik met de kniptang die naast de marker hangt een markering maak in mijn polsbandje. Mario heeft een gps-tracker. Niet omdat het voor het thuisfront zo aardig is om ons te kunnen volgen, maar vooral om snel door een heli te kunnen worden gered, mocht dat nodig zijn.

De marker met kniptang aan een ijzeren paal op het hoogste punt van de berg is me een gruwel met dit onweer. Metaal en hoge punten moesten toch vermeden worden bij onweer? We dalen na nog een bergtopje een kilometer verderop af naar de laatste (vierde) lifebase van de race bij Agols. De regen en de wind smoren, een waterig zonnetje breekt door. We dalen af samen met Joni en Harriet, een sympathieke jonge Catalaan en een Deense violen bouwster die in Barcelona woont. We zullen een groot deel van de laatste 24 uur samen lopen.

In de lifebase eten we wat, maar we slapen er niet. We zetten in op het onbemande hutje een paar uur verderop. Gezien het tijdstip vroeg in de avond is daar nog wel plek in een bedje, hoop ik. We hebben geluk. We arriveren om negen uur bij het hutje, op het moment dat de zon onder gaat. Er is niemand, en het is helemaal stil. De stapelbedden in het hutje hebben foam matrassen. Voor het eerst in bijna 90 uur neemt mijn ‘bed’ de vorm van mijn rug aan, in plaats van andersom. Ik slaap 63 minuten heerlijk!

Die nacht hebben we de grootste moeite met het vinden van een doorgang in de afdaling, door een soort waterval. De GPS track is hier niet precies en het terrein is in de nacht zeer onoverzichtelijk. We hebben geen idee wat de bedoeling is en proberen enkele varianten uit, klauterend over een steile helling met bomen en rotsblokken. Mario neemt de lead, hij heeft een sterk ontwikkeld gevoel voor dit soort terrein. Anders dan in de afgelopen twee PTL’s ervaar ik wat het is om met twee man de verantwoordelijkheid te kunnen nemen. Ondanks de cultuurverschillenen tussen mij en Mario zijn we technisch gezien een soepel functionerend team. Mario is een sterke klimmer met een neusje voor het vinden van het juiste spoor, ik ben wat sterker in de afdalingen en in technisch terrein, we vullen elkaar redelijk aan. We maken waarschijnlijk onnodig veel hoogtemeters maar weten uiteindelijk via een kleine omweg toch uit te komen in meer toegankelijk terrein. Een uurtje later vinden we Joni en Harriet terug. Ik vraag hoe zij de doorgang door de waterval wisten te maken. Joni maakt een gebaar alsof hij net een aanslag heeft overleefd. ‘We denken alleen nog maar vooruit,’ vult Harriet aan. Ik trek mijn conclusies.

“We stinken, we laten een traan, we omhelzen elkaar nog een keer. En dan is het gedaan.”

We dalen helemaal af naar het hoofddal van Andorra. In het centrum van de hoofdstad kijken late uitgaanders om half vijf in de ochtend wat verdwaasd naar de vier lopers die in vreemde kledij en skistokken langskomen. Alle koffietentjes waar we langskomen zijn gesloten. Ik smacht naar koffie. En eten. En een bed. En… Nee, vreemd genoeg snak ik niet naar bier. Het is anders geworden.

De klim die ons het dal uitleidt is het begin van de laatste serie hoogtemeters, van 1000 meter naar ongeveer 2800 meter (Pic de Casamanya). Tussen de noord- en de zuidtop ligt een rotsblokje, de Pic del Mig. Voor velen een detail.

Het begin van de klim werd tijdens de briefing omschreven als ‘brutal’. Als een Andorreen een klim ‘brutal’ noemt, is het tijd voor het ‘fasten seatbelts’ signaal. ‘Dry toolend’ hakken we ons een weg naar boven. De pezen kraken niet eens meer, ze verkeren in shock. Ik hang in de aanhangwagen. Mario, Joni en Harriet kan ik even niet meer bijhouden. Achter ons hangt een bijzonder ronde volle maan iets boven Andorra-la-Vella, ver onder ons. Het is een beeld vol symboliek, we klimmen hoger dan de maan. Tulipandes gaat het winnen van Euforia!

De Pic del Mig dan, uren later. Ik slaak een oerkreet. Vanaf nu is het nog een afdaling naar de finish. We nemen een pauze met vier teams samen en halen alvast herinneringen op aan de race. Waar zijn de Joans gebleven? Niemand die het weet. Na tien minuten zetten we de afdaling in om anderhalf uur later opeens over de asfaltweg naar Ordino te lopen. Mario zet zijn traditionele fleurige indianenhoofddeksel op, ik trek mijn t-shirt strak en kam mijn haar, net op tijd. George Daams rent me tegemoet op een paar honderd meter voor de finish. Op zo’n moment ren je natuurlijk, zelfs bergop, ook al kun je dat helemaal niet meer. Op de finish ben ik op, klaar en afgestorven, na 101 uur lopen.

Nog één oerkreet dan, bij de groepsfoto, waarbij alle acht lopers die net samen de berg zijn afgelopen elkaar omhelzen.

Euforia is een wedstrijd die zich niet makkelijk laat vergelijken met andere wedstrijden. De verzorging is minimaal en het terrein is technisch en alpien, vergelijkbaar met de PTL. Ook de navigatie is vergelijkbaar met die race, met GPS. Deels is de wedstrijd niet ongevaarlijk. Een steenslaghelm meenemen is het overwegen waard. De toegestane tijd van 110 uur lijkt ruim voor 233 km. Maar dat is schijn. Je kunt je afvragen in hoeverre zo’n race nog onder ultra trail running valt. Zonder enige alpiene onderbouwing en goede hiking skills heb je hier in ieder geval weinig te zoeken. Naast Euforia zijn de Celestrail (80 km), Ultra Mitic (110 km) en de Ronda dels Cims (170 km) wat toegankelijkere wedstrijden die op hetzelfde moment plaatsvinden. Toegankelijker dan Euforia, maar een klasse steviger dan de meeste Alpen races met een vergelijkbare afstand!

Splash this around