De Festatrail is een Trailfestijn over 12, 17, 42 óf 120 km. In het zuiden van Frankrijk, niet ver van Montpellier, in de Languedoc. Daar waar de het heet en droog kan zijn…
Schoenen?!
Bij het rituele bordje pasta de avond voor de start zie ik mijn Trailcollega Thierry opeens van kleur verschieten; schoenen vergeten! Dat is onpraktisch gezien het programma voor de volgende dag: 120km met 6.000mD+… Organisator Pierre begint te bellen en er wordt een schoenenboer in de buurt gevonden die ook meeloopt. Thierry lijkt gered. En wij kunnen rustig door met het toetje.
Om half 5 ‘s ochtends staat er zelfs een ontbijtbuffet klaar voor de 100 starters; koffie en croissants, we worden verwend. Thierry staat een kwartier voor de start nog op z’n slippers. Een grijnzende kerel met een schoenendoos onder z’n arm brengt verlossing.
Na de gebruikelijke briefing voor de start worden we weggeschoten. In het donker de Zuid-franse ‘garriques’ (struikgewas) in. Het peleton verspreidt zich en ik loop, in het licht van de een heldere maan en de hoofdlamp in een heel rustig eigen tempo de dag tegemoet.
Zon
Als we op een smal rotsachtig plateautje lopen komt de zon op, altijd een magisch moment tijdens een wedstrijd. Bovenop een rotsige graat loop kan ik het landschap van bush, steen en struikgewas eindelijk in me opnemen. Nu al weet ik dat ik die zon nog ga vervloeken en blij zal zijn als hij ook weer ondergaat.
Er staat een man bij de rand van de afgrond. “Stop” zegt hij. Voorzichtig kijk ik over de rand en zie 20 meter lager een paadje lopen. “M’n collega is een touw aan het halen dus wees voorzichtig” verontschuldigt hij zich.Stokken worden naar beneden gegooid en we klimmen met z’n 3-en voorzichtig het rotswandje af. Op naar de eerste waterpost; een eenzame vrijwilliger die met 2 jerrycans water onder een grote boom staat.
In een lange afdaling, vol losse stenen, glijd ik onderuit. M’n ellebogen liggen open. Niet te veel om je heen kijken. Ik zag al een loper wiens voorhoofd open lag door een lage scherpe tak en nu haal ik er één in die ergens door het prikkeldraad is aangevallen. De EHBO krijgt het nog druk met dit slagveld!
Via een mooi kronkelig paadje gaat het naar St Guilhen.
Een prachtig middeleeuws dorpje met kleine koele straatjes. Een korte stop voor water, cola en banaan op het dorpsplein. Het dorp weer uit richting het ‘Cirque de l’Infernet’ een prachtig natuurlijk amphi-theater met rotswanden van een paar honderdmeter hoog.
De locals
Veel lopers met wie ik even oploop komen uit de regio en in de trail geldt ‘Always trust the locals’. Zij kennen het terrein en de omstandigheden, dus ze zijn een bron van waardevolle informatie. Het wordt warm zegt de één. Heet zegt de ander. We gaan gestoofd worden zegt de derde. Daar was ik, als slecht hittebestendige loper, al bang voor. Ze leggen me nog eens uit; er is weinig schaduw, het klimmen gebeurt pal in de zon en de witte kalksteen straalt warmte uit. Ik kan niet zeggen dat ze ongelijk hebben. Om 7 uur was het al warm. Via kleine keien paadjes komen we boven. In de verte zie ik de antennes bovenop de Mont St Baudille – daar moeten we heen. Boven weer een waterpost en via onduidelijke single tracks gaat het verder. De markering is ‘sportief’ tot ‘rudimentair’.
Serieus
Deze trail, voor mij de hoofdwedstrijd van dit voorjaar, besloot ik eens serieus en wetenschappelijk aan te pakken. Een plek bij de eerste 5 van de 100 moet haalbaar zijn. Hoofdpunten: niet letten op andere lopers, altijd een ‘klets-tempo’, ieder uur wat eten, wetenschappelijke sportdrank in de rugzak voor de mineralen, korte stops.Ik heb zelfs een tijds-schema gemaakt. Weer eens wat anders dan het zuiver op gevoel lopen.Het bevalt me maar matig, een schema in dit onvoorspelbare terrein is onzin en de sportdrank, die bij de duurlopen wel dragelijk leek, nodigt niet uit tot drinken. Gelukkig heb ik ‘goeie benen’ vandaag.
Het landschap blijft prachtig ondanks een groot gebrek aan schaduw, de temperatuur stijgt en de nummers 5 t/m 7 wisselen elkaar geregeld af. De paden bestaan uit kleine stenen, kokosnoot-grote stenen of rotsen en zijn veel overgroeid zodat je geen idee hebt hoe je voet terecht gaat komen. Iemand van de organisatie komt ons tegemoet lopen met een spuitbus fluoricerende verf om wat extra markering aan te brengen.
In de verte zie ik 500 meter lager op een klein rotspuntje in de vallei het volgende dorpje liggen. Piepklein alsof er daar sinds de middeleeuwen niets meer gebeurd is.
In de afdaling raak ik oververhit, ik kan m’n warmte slecht kwijt. Via smalle trappetjes en steegjes kom ik na 48 km op de 5e plaats aan bij de verzorging op een schaduwrijk binnenplaatsje. Koude douche uit de tuin slang, wat kaas en cola en nog een douche ter afscheid.
Nieuwe ervaring
Verder naar beneden en dan 600 mtr omhoog in de volle zon. En dan; kramp, nog nooit eerder gehad. In kuiten en bovenbenen. Dat haalt de gang er wel uit. Het houdt ook niet op. Rustig wandelen lukt nog net. En kramp als je een stevige sanitaire stop houdt… Uiteraard toch te weinig gegeten en gedronken.
Na een moeizame afdaling kom ik aan in St Jean, weer zo’n pittoresk plaatsje met platanen, rivier en pleintje zoals je dat alleen van de plaatjes kent. De wedstrijd is over realiseer ik me, ik moet herstellen. Koude tuinslang douche, pasta en cola en ik laat me uitgebreid masseren wat niet echt helpt; als ik m’n schoenen weer aan wil doen schiet alles weer vast. Nog een halfuurtje rust later ga ik via de douche weer op pad, met het plan de kramp te negeren en rustig door te lopen. Zon, weer die brandende zon. Door een wijnveld omhoog de witte keien tegemoet. Een paar kilometer verder, halverwege de klim begin ik m’n nieren te voelen. Alarm. Hitte, kramp en wat vochttekort OK maar nu ga ik risico nemen. Na 5 minuten zitten neem ik het enige juiste besluit: terug naar de laatste post. Game over na 63 km en 3.300mD+. De trail, nee de hitte, heeft vandaag gewonnen.
Een leerzame en teleurstellende ervaring, maar wat we overleven, maakt ons sterker, zeggen ze hier.
Ik ben een niet al te hittebestendige loper, dat is geen nieuws voor me. Een percentage finishers van 50% op zo’n trail is laag, Waar iedereen de snelste loper in 14 à 15 uur had verwacht deed hij er ruim 18 uur over. De hitte en het keienparcours eisten duidelijk hun tol. Die sportdrank gaat de vuilnisbak in, evenals de repen. Terug naar water, cashewnoten, rozijnen, worst en winegums. M’n tempo was de eerste 50 km steady, rustig en goed dat houden we erin. Volgende keer een parasol mee!
Trackbacks/Pingbacks