Zwijnen in de Ardennen – Hastrail 33km
De keuze voor de Hastrail is nog net niet gemaakt door met de ogen dicht op de trailkalender te prikken, maar heeft een vergelijkbaar ad-hoc-karakter. Jos bedenkt dat hij vóór onze gezamenlijke trail in Zwitserland half september, nog even naar de Ardennen wil om wat hoogtemeters te maken, en overlegt thuis in welk weekend dat het best uitkomt. Het wordt 2 september. Wat is er op 2 september te doen? De Hastrail. Nooit van gehoord. 33 kilometer, aardig wat hoogtemeters, oké, doen. Ook Bas, aangetrouwde neef van Jos, haakt aan.
Zwijnen
Als ik me wil inschrijven, staat er ‘pas trop plats.’ Heel eventjes denk ik dat dat betekent dat er geen plaats meer is, en ik schrik. Als de echte betekenis tot me doordringt, grijns ik. Dit is een organisatie die er lol in heeft, anders verzin je zoiets niet. Toch denk ik nog dat we een redelijke doorsnee-trail in België gaan lopen, tot we, een dag van tevoren, wat extra informatie over de route krijgen. Een paar termen daaruit zijn ‘TRES technique’ (over de kilometers 3 tot 11), ‘la plus grande prudence’ die we in acht moeten nemen, ‘les traces les plus sauvages de la région,’ ‘une autorisation exceptionnelle de passage,’ ‘descentes impossibles.’ Bovendien iets met ‘cordes’ en ‘murs.’ En dan krijg je óók nog spaghetti na afloop.
De Hastrail (naast de 33km is er ook een 16km, zie www.latitude3.be) wordt gelopen vanuit Heer-sur-Meuse, gemeente Hastière. Dat is gelegen ten zuiden van Dinant (voor de klimmers onder ons: pal onder Freyr). Wel een takke-eind rijden, en dat is dan meteen (spoiler alert) het enige minpuntje dat ik kan verzinnen. In de auto hebben we ruim de tijd voor een voorbespreking. Ik heb het idee dat Jos ons, min of meer toevallig, weleens op het spoor kan hebben gezet van een pareltje onder de trails. Bas zegt dat wij dan kennelijk de zwijnen zijn. En zwijnen zijn we en zullen we, vandaag.
Pittig terrein
De eerste kilometers gaan zo’n beetje parallel aan de Maas, en zijn goed om in het ritme te komen. Jos en Bas lopen een stukje voor me uit, en ik doe geen moeite hen bij te houden. Al m’n zintuigen staan open. Door omstandigheden (een blessure, wat anders) is dit pas de eerste keer dit jaar dat ik buiten Nederland loop. Ik ben blij. Na 2 kilometer gaat het steil omhoog, de rust is voorbij. 140 meter in ongeveer 0,7 kilometer. 20% dus. Hoppa. Bas is ervandoor gegaan en Jos en ik lopen nu een poosje bij elkaar in de buurt. Jos is verkouden, en als ik hem voorbij ga, hoor ik aan zijn ademhaling dat het hem vandaag niet makkelijk afgaat. Na een poosje moet ik echt even van het parcours af om mijn blaas te legen. Als ik op de route terugkeer, moet ik net een kleine meute voor me laten, terwijl we beginnen aan een lastige afdaling. Een opstoppinkje, en: aha, dit is dus wat ze onder andere bedoelen met dat ‘TRES technique.’
De 33km beslaat twee rondes: een van 22 en een van 11 kilometer. Over de eerste, lange, mag je maximaal 4,5 uur doen. In mijn naïviteit dacht ik aanvankelijk dat we over de hele route ongeveer 4 uur zouden doen. Later paste ik die verwachting wat aan, maar nog steeds dacht ik de eerste ronde binnen de 3 uur te kunnen lopen. Ruim 7 km/u zou toch wel te doen moeten zijn? Ha! Op een gegeven moment kijk ik op mijn horloge. 6,5 kilometer afgelegd. Tijd onderweg: 1 uur en 7 minuten. Er is niet veel hersenactiviteit voor nodig om in te zien dat dat geen 7 km/u is. Voorlopig laat ik mijn verwachtingen los. Over de limiet hoef ik me vast geen zorgen te maken en verder zie ik wel.
Het terrein is pittig, vind ik. We maken veel hoogtemeters, de klimmen zowel als de afdalingen zijn regelmatig behoorlijk steil, maar ook lopen we veel door terrein waar geen paden zijn. Ik neem m’n tijd voor de afdalingen. Een tijdlang loop ik achter een jonge vrouw aan. Een vrijwilliger die we tegenkomen, zegt tegen haar hoeveelste vrouw ze is. Ik meen ‘quatrième’ te verstaan. Dan loop ik dus op vijfde positie. In de derde of vierde klim waarin ik haar achtervolg, denk ik te merken dat ze het zwaar krijgt. Het verbaast me niet dat ik haar niet meer terugzie wanneer ik haar eenmaal gepasseerd ben.
We zijn inmiddels een stuk naar het noorden gelopen, en ik kom op bekend terrein. We zitten nu vlak bij Freyr en de route loopt door een kloof waar ik in het verleden al enkele malen (destijds niet helemaal legaal, vrees ik) doorheen gekomen ben. De organisatie van de Hastrail heeft toestemming voor het betreden van zeven van dergelijke privégebieden. Het is werkelijk razend mooi hier. Ik voel me gelukkig – of zei ik dat al? Als ik onder de rotsen doorloop en dan door het bos weer omhoog mag klauteren om de kloof te verlaten, zie ik Jos onder me lopen. Ik vraag hem hoe het gaat en hij geeft aan te overwegen om na de eerste ronde te stoppen. Helaas, de initiatiefnemer van ons dagje buitenspelen moet zelf opgeven. Het wordt zijn eerste DNF en hij is er laconiek onder.
“TRES technique”, “la plus grande prudence”, “les traces les plus sauvages de la région”, “une autorisation exceptionnelle de passage” en ook nog eens “descentes impossibles”
Boucle
Na 2 uur en een krap kwartier ben ik bij de verzorgingspost op 13 kilometer. Die is royaal voorzien van allerlei zoets en hartigs. Ik zie iets verderop nog net de vrouw die voor me loopt. Mocht ze instorten, dan heb ik een kans dat ik haar nog inhaal, anders niet. Ik pauzeer er geen seconde minder om en ga me te buiten aan borrelnoten, een niet zo geheime verslaving van me. Meer behoefte aan zout dan aan zoet. Het is warm. Er wordt ons 3 kilometer vals plat beloofd. Betonplaten, zo’n Ardense hoogvlakte (die ik persoonlijk niet zo fraai vind), maïsvelden en windmolens. Ik zou het misschien fijn moeten vinden om even gewoon te kunnen hardlopen, maar zo lekker gaat dat nou ook weer niet als het vals plat omhoog gaat. Ik wissel een dribbel af met toch-maar-weer-een-stukje-wandelen, en ben blij als we het bos weer worden ingestuurd, voor wat eerlijke paden, onduidelijke sporen en de totale afwezigheid van beide. Gelukkig is de markering grandioos en foutlopen daardoor zo goed als onmogelijk.
Iets meer dan 3,5 uur heb ik uiteindelijk nodig voor de eerste ‘boucle.’ De winnaar is dan al binnen, maar daar heb ik gelukkig geen weet van. Idiote snelheden lopen dat soort types. De tweede ronde zou minder technisch zijn, zo is ons beloofd, maar bevat in verhouding ongeveer evenveel hoogtemeters als de eerste. Vrijwel direct krijgen we weer een lange stijging voor onze kiezen. Deze keer ben ik wel degelijk blij als we daarna een stukje mogen en kunnen hardlopen, maar nu gaat het vals plat dan ook naar beneden. Ik smaak het genoegen in deze tweede ronde om wat mensen op te kunnen rapen, zoals dat dan heel stoer heet. Alleen maar mannen, jammer genoeg. Niet iedereen heeft z’n krachten goed verdeeld. Overkomt mij ook regelmatig, maar vandaag lekker niet. Het heeft natuurlijk voordelen om als ultra een kortere afstand te lopen. Als ik net bedenk dat hardlopen toch ook zo z’n charme heeft, sta ik alweer onderaan zo’n fijne ‘muur.’ Gevoelsmatig is het de langste van de hele loop. Niks pad, gewoon recht omhoog. Ik werk me met m’n stokken naar boven en laat het touw dat er hangt voor wat het is. Dat bevalt mij beter. Holy moly, ze hebben wel echt hun best gedaan de route zo zwaar mogelijk te maken.
Niks pad
Na het slechten van deze hindernis is het ergste leed geleden. Nog een klein stukje over zo’n vlakte. Nu regent het opeens even, en de stevige wind maakt het ook meteen vrij fris. Weer windmolens, maar dit stuk vind ik desondanks niet zo lelijk. De verzorgingspost die hier staat, sla ik over. Ik heb zelf water genoeg bij me en behoefte aan eten heb ik ook al niet na al die borrelnoten. Nog een paar fraaie kilometers door het bos volgen. De man die voor me loopt en die ik als lokaas hoop te kunnen gebruiken, loopt jammer genoeg bij me weg en vergroot zijn voorsprong op me. Heel irritant. We komen het bos uit op hetzelfde punt als waar de eerste ronde het bos uit kwam. Dezelfde vrijwilligers staan er nog, en die sturen me nu rechtdoor. Nog 800 meter, zegt een van hen. Ja, dat klopt, maar wat hij er niet bij zegt, is dat ik nog even het water ingestuurd word. Je mag kiezen: van de glijbaan af of via de keukentrap die ernaast staat. Die glijbaan is maar kort, maar ik vind ‘m best steil en kan totaal niet overzien wat er gebeurt als ik ervan af glij. Verstuik ik geen enkel? Plons ik met kont en al in het water? Ik voel me een beetje truttig, maar verkies de keukentrap. En tja, ik vind het niet erg hoor, natte voeten, en ik heb geen principiële bezwaren tegen waterdoorsteekjes in trails, maar dit is er zo een die ik er wel een beetje met de haren bijgesleept vind, zo 400 meter voor de finish. Oké, toch een minpuntje dus. Maar goed, ook daar hebben de organisatoren natuurlijk plezier in gehad, om dit te verzinnen. Het zij hun daarom vergeven.
Jos staat me voor de finish op te wachten om een paar foto’s te schieten. Bas is natuurlijk al lang binnen, al heeft die er vanwege kramp langer over gedaan dan hij ‘normaal gesproken’ zou hebben gekund. Als ik over de finish ben, begint organisator Vincent direct over de prijsuitreiking. Eh, maar ik was toch vierde? Blijk ik nog derde vrouw geworden te zijn ook. Blij dat ik dat onderweg niet wist, want dan had ik die positie tegen wil en dank nog willen vasthouden ook. Liever loop ik in totale onwetendheid. Vrouw nummer twee heeft duidelijk geen inzinking gehad, want zij finisht meer dan een kwartier voor mij.
Hartstikke leuk vind ik het hoor, om een podiumplaats te hebben en (in dit geval) een prachtige bos bloemen en een loopshirtje mee naar huis te mogen nemen, maar ik vind het ook haast een beetje gênant. Man nummer vier finisht in 3 uur en 47 minuten. Ik heb 5 uur en 8 minuten nodig. Hij komt niet op het podium, ik wel. Natuurlijk snap ik wel dat vrouwen in absolute zin over het algemeen langzamer lopen dan mannen. Ik vind het ook niet meer dan terecht dat vrouwen een eigen klassement krijgen. Maar dit soort tijden staat in geen verhouding tot elkaar. En dat is geen valse bescheidenheid. Ik weet zo’n beetje wat ik waard ben, en daar ben ik serieus tevreden over (eh, nou ja, het is eigenlijk meer een kwestie van me erbij neerleggen), maar feit is nu eenmaal dat de concurrentie bij de vrouwen bij dit soort lopen vaak beduidend kleiner is dan bij de mannen. In elk geval was dat vandaag het geval.
Een geweldige loop
Maar goed, dit alles geheel terzijde. Wat telt, is dat dit een geweldige loop is. Werkelijk een parel, en wij waren de zwijnen die, anders dan het gezegde wil doen geloven, deze parel wel degelijk op waarde wisten te schatten. Onvoorstelbaar dat wij de enige Nederlanders waren. Als je nou eens volgend jaar in dit weekend niet iets dringends te doen hebt in Chamonix en omgeving, of als je zo langzamerhand wel bent uitgekeken op de drukte bij en populariteit van sommige andere Ardennenloopjes, als je niet bang bent voor stevig wat hoogtemeters, als je bij de term ‘single tracks’ spontaan begint te gapen, als je bovendien spaghetti lust, zou ik zeggen: schrijf je in voor de Hastrail. Een van de fraaiste die ik tot nu toe heb gelopen.
Veel dank aan de enthousiaste organisatie, de talrijke vrijwilligers en aan mijn beide reisgenoten. Het is een schone dag geweest.
Trackbacks/Pingbacks