In de Ardennen langs een rivier lopen geeft altijd plezier. Over de keiige paden hoppen afgewisseld met een steile helling om een stuk van de rivier weg te lopen omdat er geen doorgang is. Het lopen langs een rivier van bron tot monding heeft nog iets extra´s. Het zien hoe de rivier ontstaat, deze steeds groter wordt en uiteindelijk hoe de rivier in een groter geheel wordt opgeslokt. Onderweg zie je de verschillen in flora, fauna en landschappen. Én: ervaar je de rust van alleen het stromende water. We proberen mee te lopen met de snelheid van de stroming van de Amblève.
Bekende rivieren in de Ardennen zijn de Ourthe, Semois, de Lesse en de Amblève. De Ourthe staat centraal in veel van de Ardenner Trails (bijv. Trail de Fantomes, Escape Ardenne). De Semois en de Lesse zijn vanaf Nederland gezien wat dieper in de Ardennen gelegen. Na een eerder avontuur van het aflopen van een rivier in de Eifel (de Ahr) laten we nu ons oog vallen op de Amblève. Met een afstand van zo´n 90km ook nog een avontuur dat in één dag te behappen valt. We kiezen voor de maand april, als het dagvenster vrij lang is, de rivier niet al te hoog staat en de begroeiing ook nog niet volop aanwezig is.
De Amblève ontspringt diep in de Oostkantons, op 640 meter boven de zeespiegel in de hoogst gelegen regio van België. De monding van de rivier, nabij Comblain-au-Pont (dorpje Rivage), ligt op slechts 120 meter hoogte. Op de kaart is het goed zoeken waar nu het échte begin van de rivier is. We kiezen het meest hoog gelegen vertakkinkje als startplaats uit. Dit ligt in Büllingen, vlakbij de Duitse grens. Ik probeer op internet en via lokale contactpersonen wat meer informatie in te winnen. Er blijkt weinig informatie voor handen over een dergelijk avontuur. Om het parcours te maken kijken we zo veel mogelijk op de kaart waar we de rivier strak kunnen volgen en waar we er zeker weten vanaf moeten buigen. Wetende dat we tijdens het lopen zullen moeten improviseren, van de rivier af moeten lopen of de rivier over moeten steken.
In Büllingen gaan we op zoek naar de bron. Die blijkt ergens verscholen in het bos te liggen. Van het pad af, en zonder vermelding van dit landschappelijke hoogtepunt, komen daar een paar kleine, bubbelende, straaltjes uit de grond. Het vertrekpunt van een later toch wel indrukwekkende rivier begint dus met niet meer dan de hoeveelheid water van een openstaande kraan.
We lopen het bos uit en al snel komen de stromen van links en rechts samen in de sterk meanderende Amblève (in dit Duitstalige gedeelte nog de Amel genoemd). Het meanderende is niet alleen voor het oog prachtig, het heeft ook een biologische functie. Op die manier spoelt niet alles met een hoge snelheid rivier afwaarts, maar kan er in de bochten ook leven en diversiteit ontstaan. Op een aantal punten komen we vandaag bever burchten tegen. Ondergelopen stukken land die de toegang naar hun verblijfplaats onbereikbaar maken voor andere dieren. En ons een detour in de route opleveren. Voor de bevers helpen de dammen ook om de stroming van de rivier te vertragen: op die manier is het makkelijker voor hun om voedsel te vinden. Iets verder stroomafwaarts vinden we één van de weinige bedrijvigheden direct aan de rivier: een forellen kwekerij waar de jaarlijkse vulling van de rivier wordt gekweekt en de prooi wordt van de vliegvissers.
De route loopt op papier gezien alleen maar naar beneden (stroomafwaarts). In de praktijk gaat het behoorlijk op en neer. En zien we veel verschillende landschappen, afwisselend verhard en onverhard. We zien een verschil in de wat meer uitgestrekte dalen aan het begin van de route (het Duitstalige gedeelte) en de steilere wanden vanaf het stuk tussen Malmedy en Stavelot. Daar waar de naam Amel overgaat in de Amblève. Hiermee daalt ook de gemiddelde snelheid en regelmatig is het handen en voeten klimwerk om de gekozen route aan te houden. Inmiddels is de Warche (komend vanaf het veenplateau) ook in de Amblève gemond.
In Trois-Ponts (vertaling: drie bruggen) zijn we ongeveer halverwege en tanken we bij. La Salme voegt zich in Trois-Ponts bij de Amblève. We zijn klaar voor het stuk richting Coo, Stoumont, Nonceveux en Aywaille: het mooiste en ook meest pittige stuk van de route. De benen laten zich inmiddels voelen. We stoppen wat vaker om bij te tanken en te genieten van de uitzichten en het wild dat we zien (veel edelherten).
Nog altijd zijn er sporen van de overstromingen in de zomer van 2021 in het landschap zichtbaar. Hoewel de grotere rampen (met meerdere doden en miljarden schade tot resultaat) niet rondom zijn de Amblève zijn geweest. Na alles netje in de bedding stroomt is het nauwelijks voor te stellen dat een aantal plaatsen en huizen dagenlang onder water hebben gestaan en zo verwoestend hebben uitgehaald.
Bij Stoumont zien we één van de prachtige boogbruggen die we vandaag tegenkomen (andere liggen bij Trois-Ponts en Coo). Bij Fonds de Quarreux zien we de grote kwartsietblokken in de rivier liggen. Deze zijn stille getuigen van landverschuivingen uit een ver verleden. Hier gaat uiteraard ook een legende achter schuil. Richting Aywaille moeten we, gedwongen door een aantal privé terreinen, wat vaker afwijken van de rivier. Na een dag lang genieten van de natuurlijke omgeving is het binnenlopen van Aywaille even schakelen qua verkeer en reclame uitingen. Het voordeel is dat we daar even bij kunnen tanken met een slice pizza.
Via een laatste steil paadje staan we aan de monding van de Amblève in de Ourthe. Bijzonder om te beseffen dat dit water ook door Nederland (via de Maas) zijn weg zal afleggen en uiteindelijk in de Noordzee uit zal komen.
Al met al hebben we een erg mooie en afwisselende tocht gehad. Met in het begin vrij veel rennen (deels ook verhard) en later de overgang in de grillige en onverharde landschap en meer klimmen en klauteren. De panorama´s (rond Stavelot en Stoumont) waren prachtig, net als een aantal genoemde natuurlijke hoogtepunten als Rocher de Falize en Fonds de Quarreux. De timing van de tocht was precies goed qua niveau van de rivier en de beperkte begroeiing. Kom je hier later tussen juni en september, dan gaan braamstruiken bepaalde passages lastig maken. Onderweg zijn er genoeg plekken om jezelf te bevoorraden. Om het in 1 dag te ondernemen is een behoorlijke opgave. De tocht leent zich meer voor tweedaagse fast packing avontuur. De logistiek is een puzzel en eigenlijk alleen met twee auto´s op een goede manier te organiseren.
De link naar onze globaal gelopen route kun je terugvinden op Afstandmeten. Uiteraard blijf je altijd zelf verantwoordelijk voor de route met betrekking tot de waterstand, de jacht (sept-dec) en het wel of niet doorsteken van privé terreinen.