Met nog 21 weken te gaan, komt de Eiger Trail steeds dichterbij. Handig: een clinic volgen bij Mud Sweat Trails om a: in de stemming te komen en b: iets te leren over voeding, materiaal en wandelen.
Wandelen? Als in: langzamer dan hardlopen? Precies. Wie het hoogteprofiel van de Eiger 51 wel eens heeft bekeken (over de 101 km durf ik het niet eens te hebben), heeft vast opgemerkt dat dat eruit ziet als een soort hartslaggrafiek, maar dan van iemand die met een heftige intervaltraining bezig is. Wat ik maar zeggen wil: het is steil, man! En lang! Zeker tot de Faulhorn (bijna 2.700 meter, op km 25) is het lang klimmen geblazen. Wie dat allemaal hardlopend denkt te gaan doen: be my guest.
Superwoman
Verstandiger -en realistischer- is overschakelen op een wandelpas. Niet slenteren, maar stevig doorwandelen, eventueel met stokken of anders door met je handen op je bovenbenen een gesloten keten te vormen. Marjolein Bil gaf een geniale demonstratie op de Oosterbeekse stuwwal. Ze was zo snel boven dat onderaan de wal 25 gezichtjes met grote ogen naar boven staarden. Hoe deed ze dat nou? Ik weet niet wie van jullie Marjolein een beetje kent. Ik heb haar eens mogen interviewen. Ze valt in de categorie superwoman. Vorig jaar liep ze achtereenvolgens de WK Skyrunning, de Eiger 101, de UTMB en de l’Inferno Trail (100mijl). En op alle foto’s die ik van haar heb gezien, ziet ze eruit alsof ze net uit een geurig lavendelbad komt. Volgende keer maar eens vragen hoe ze dat doet.
Vreetzak
Zondagochtend kwam ze over andere serieuze zaken praten, namelijk over eten. Eten is lekker (en) belangrijk. Haar praatje begint met het aller, allervreselijkste You-Tubefilmpje ooit. ‘Dat gebeurt er dus als je te weinig vocht in je lichaam hebt. En dat wil je niet’, glimlacht Marjolein. Eh, nee, dat willen we zeker niet. Dus we luisteren allemaal goed naar wat deze fysiotherapeut en voedingsdeskundige te vertellen heeft. Hoe hip het ook is om geen koolhydraten te eten, we hebben ze wel nodig. Anders schakel je de vetverbranding in en daar ga je heel langzaam van lopen. Het is zaak op tijd te beginnen met het aanvullen van koolhydraten tijdens de race. Dat is nog niet zo eenvoudig, zeker niet als je helemaal geen honger hebt. ‘Maar’, zo grijnst Marjolein, ‘De grootste vreetzak wint de race.’
Bouwstof
Eiwitten zijn bouwstoffen, geen brandstoffen zoals koolhydraten. Daarom heb je tijdens je wedstrijd niet zo veel aan een bak kwark (gelukkig maar, want best onpraktisch). Maar ze zijn enorm belangrijk voor je herstel, dus eet of drink iets met veel eiwitten na de training of wedstrijd. Een tip (van mijzelf) voor wie graag kwark eet als eiwitbron: neem die van de Weerribben. Zit 13 gram eiwit in per 100 gram, meer dan twee keer zoveel als die goedkope uit de supermarkt. En hij is nog lekkerder ook. Wie het ingewikkeld vindt, die combi van eten en ultralopen, kan Marjolein om raad vragen; ze weet er echt heel veel van.
Rugzak
Op de website van de Eiger staat een hele lijst met spullen die je onderweg mee moet nemen. En met moet, bedoel ik dat je uit de race gehaald wordt als je het niet bij je hebt. Duidelijk dus. Marc vertelde wat er allemaal in de rugzak hoort. Ik ga niet de hele lijst hier opsommen, maar wat er bijvoorbeeld niet op staat en wel reuze handig kan zijn, is sporttape. Niet die moderne gekleurde elastische tape, maar die witte. Daar kun je van alles mee fixen onderweg, veel meer dan een verzwikte enkel alleen (denk aan een gescheurde rugzak, bijvoorbeeld). Ook slim: alvast gaan trainen met al je materiaal in die rugzak. Zo weet je wat je waar in de rugzak propt, of dat lekker zit en bij de belangrijke dingen snel bij kunt.
Dagje uit
De snelste Nederlandse loper deed er vorig jaar een uur of zeven over, weet Marc. Maar ik ben niet snel. En bovendien onervaren op de Alpentrails. Dat gaat dus wel even duren voor mij. Naast die verplichte spullen ga ik ook een hele hoop eten en drinken meeslepen –gelukkig doe ik aan krachttraining, anders zou ik die hele rugzak niet eens meer kunnen tillen. Marc lacht: ‘Reken maar op een hele lange dag uit.’ En dat doe ik. Een hele, hele mooie lange dag uit in de bergen. Ik heb er nu al zin in!