Alleen ouwevandagen, kreupelen en nordikwolkers doen dat natuurlijk. Echte sporters doen dat natuurlijk niet, tenzij ze al dan niet tijdelijk tot de kreupelen behoren. Dit was tot februari/maart van dit jaar mijn overtuiging omtrent die prikkers. Half februari begon mijn ongefundeerde vooroordeel al enige scheuren te vertonen toen ik op een clinic een in Frankrijk woonachtige ultra-trail-atleet in levenden lijve hoorde vertellen dat “hoe verder van de bergen woonachtig de weerstand tegen poles exponentieel toeneemt èn dat je, des te verder je van de echte toppen afwoont, je er des te meer mee kunt winnen”.
Mijn vooroordeel smolt als sneeuw voor de zon weg toen ik begin maart in een compleet sneeuwlandschap een race liep op en om de Puy de Dome. De mannen met stokken liepen zonder zichtbaar probleem en evenwichtig van routemarkering naar routemarkering terwijl ik als een dronken zatlap van lint naar lint zwalkte. Nog ver voor de finish wist ik zeker dat ik heel snel en heel hard met die dingen ging trainen.
Nog geen week later liep ik gewapend met een paar aluminium stokken van Black Diamond door het Reichswald een beetje onhandig te stuntelen. Overtuigd dat die stokken mij bergop van pas zouden komen moest ik er vooral op letten dat ik er niet continu over zou struikelen. Na twee uur zweten was ik een illusie armen: gewoon maar wat rondhobbelen met stokken in je handen heeft geen enkele zin. De juiste techniek niet meester zijn maakt die nordicprikkers volkomen nutteloos!
Direct na de training speur ik internet af op zoek naar het juiste gebruik van poles. Mijn logisch verstand zegt me dat er vooral een hoop te leren is van langlaufers en via sites van de Noorse en Canadeeze “nordic-skiing” bonden doe ik een hoop kennis op.
Wekenlang loop ik praktisch elke training met de aluminium tentstokken van BD en verworden ze van nutteloos en potentieel gevaarlijk voor de eigenaar naar zeer nuttig en potentieel zeer gevaarlijk voor de concurrentie.
Binnen een aantal weken maak ik me de verschillende technieken meester en ervaar aan den lijve hoeveel extra stuwkracht ze bergop kunnen geven door je romp en armen goed in te zetten.
De aluminium stokken zijn zeer makkelijk verstelbaar in lengte en maakten het mogelijk de juiste meest effectieve lengte te bepalen. Toen ik eenmaal wist hoelang ik mijn afvalprikkers wilde hebben heb ik ze verruild voor een paar veel lichtere carbon exemplaren.
Met deze zeer lichte en makkelijk opvouwbare Z poles van BD heb ik afgelopen zomer niet onverdienstelijk de Franse Alpen (La Montagnhard) bedwongen en kan een klein jaar later alleen maar concluderen dat die Franse Nederlander in februari volledig gelijk had: hoe verder je van de bergen woont hoe meer je kunt hebben aan stokken. Een goede techniek is dan wel doorslaggevend om er ook effect van te merken: vertikale kilometers maken dus.
Over wat voor stokken je dan moet gebruiken kun je denk ik heel kort en bondig zijn:
Hoe lichter hoe beter: je tilt die dingen toch vele duizenden keren op en elke gram is hierbij merkbaar na en paar uur.
Simpel opvouwbaar en opbergbaar: er zijn in elke race ook trajecten waar je nagenoeg niets aan je stokken hebt. Het moet op dat moment eenvoudig zijn ze weg te bergen.
De grip en lus moeten comfortabel in de hand liggen: net als bij een verkeerd passende schoen liggen blaren hier op de loer: goed verstelbare lussen en een zachte grip voorkomen dit.
De stokken die ik van Black Diamond getest heb voldoen beiden aan de laatste twee punten. De carbon versie voldoet aan alle drie. Er is geen hogere wiskunde van te maken! Ondermeer te koop bij Bever Outdoor & Travel.
Mocht je dus plannen hebben voor het echte bergwerk dan doe je er goed aan tijdig een paar lichte prikkers aan te schaffen en hier veel mee te trainen!
En voor wie het net als Thomas wil leren van de meester: https://www.mudsweattrails.nl/stap_naar_ultra_trailrunning (nog slechts enkele plaatsen vrij op zaterdag en zondag)
Trackbacks/Pingbacks