Selecteer een pagina

Door: Jeroen Zeinstra. Foto credits (m.u.v. eerste en laatste): Cam Cross

Dinsdagavond 13 september was het zover, ik begon aan mijn langste trail ooit. De Tot Dret, nota bene het kleine broertje van de Tor Des Geants. Klein? Nou voor mij niet, 130 kilometer met 12.000m klimmen is iets waar ik normaal al zwaar tegenop zie maar in dit geval nog meer omdat de voorbereiding zeker niet ging zoals ik wenste.

Everybody has a plan until they get punched in the face

Een gevleugelde uitspraak van Mike Tyson, je hebt altijd een plan maar vaak loopt het anders. Ik hou van plannen, wanneer hard trainen, wanneer minder hard, welke voorbereidingsraces. Voor mijn gevoel had ik het ideale plan bedacht om me voor te bereiden op verder dan ooit en meer hoogtemeters dan ooit. In het vroege voorjaar veel trainen over mijn thuis heuvels, dan in april naar het Garda meer om grotere bergen te pakken. Daarna de Hochkonigmann Ultra, 83 kilometer met 5300m klimmen. Dan wat rusten, de vakantie benutten voor langere tochten in de alpen. Daarna met vrienden een week in de Glarner alpen lange dagen maken en dan twee weken met de pootjes omhoog. Klinkt goed toch? Zeker alleen, ik viel tijdens mijn vakantie zwaar op mijn knie. Dat was toch wel een punch in the face!

Gelukkig kon ik wel het weekje met mijn vrienden naar de Glarner Alpen, daar ging het van dag tot dag beter. Echter, op de laatste dag weer gevallen! Daardoor sloeg de twijfel wel toe, ik val normaal nooit….. In de week voor de Tot Dret belde ik met Marc, vol twijfel, moest ik wel starten? De wonden van twee keer vallen waren nauwelijks geheeld en ik herstelde moeilijk van mijn trainingen en lange dagen in de Glarner Alpen. Iets wat ik niet herkende. Bijkomend nadeel van de Tot Dret, je start om 21:00, dus een nacht, een dag en dan nog een stuk nacht….shit dit was toch wel even anders….Marc stelde me gerust, ik moet het hebben van mijn regelmatige trainen door het jaar heen, blijf gefocust, stay in the moment, dus niet over gister nadenken maar alleen over de volgende stap. En eet op de momenten dat je normaal ook eet en dan niet een reep maar soep of iets warms. Verder is het handig om samen met iemand die tweede nacht in te gaan. Goede tips naar later zou blijken.

De start

Dinsdag 13 september 21:00 uur, we starten in Gressoney st Jean. Wat een mooie plek! In het donker klimmen we naar de eerste hoge col, ik denk wel 1400-1500m klimmen. Een lange slang van lampjes, heel gaaf. Ik hou via mijn Garmin de klimsnelheid conservatief, 850 a 900m per uur. Dat is een handige feature van Garmin! Zo voorkom ik dat ik te snel vertrek. In de klim ben ik volledig ‘zen’ het is heerlijk weer en het kan me geen barst schelen dat er allerlei lui denken sneller te moeten gaan. Eenmaal boven probeer ik soepel naar beneden te gaan, niet te snel bedenk ik me, we moeten nog veel meters dalen in de race. Dat lukt, lekker soepel achter een paar man aan en dan door naar de volgende klim, weer een forse van ongeveer 1000 a 1100m vanuit Champoluc. Nu is het geen slang van lampjes meer maar kleine groepjes die elkaar gevonden hebben. Ook prima! Ik doe mijn ding. Eigenlijk neem ik weinig op van wat er om me heen gebeurd, ik probeer de klimsnelheid conservatief te houden en het dalen soepel te doen. Ik haal mensen in maar dat kan me niet schelen, we zien wel aan de finish. Ondertussen is mijn Maurten drink op, prima dan schakel ik over op cola, snickers en Clif bars met zo nu en dan een Maurten caffeine gel om wakker te blijven. Ik probeer iedere 45 min wel wat te eten en stop bij iedere post om wat te eten, hoe klein ook. 

Dan komt de derde grote klim, eentje met wat afdalingen en vlakke glooiende stukken erin. Zwaar, er komt daardoor geen eind aan, het is bij elkaar 30 kilometer klimmen, klein beetje dalen, verder klimmen, stukje vlak. Wanneer ik denk dat ik boven ben blijkt er nog een paar keer geklommen te moeten worden. Het is onderhand licht en ik trek op met een Britse loper. Ik maak hem wijs dat we boven zijn maar eh, toch niet. Oei! Uiteindelijk lopen we samen over de hoogste col en ik verlies hem uit het oog naar beneden, dit is de afdaling naar Oyace, de lifebase waar Neeltje en Wobbe onze verzorgers staan te wachten. Maar eerste de afdaling, wat een heerlijke afdaling! Ik pak in een geleidelijk dalend stuk single track zomaar een man of drie. Het begint steeds meer op een race te lijken dit!

Halverwege

In Oyace neem ik een half uur, Neeltje legt alle droge spullen klaar. De zon is er bij gekomen. Na de (mot)regen van de nacht is het lekker droge spullen aan te trekken. Even goed eten, pasta, soep, cola, alles door elkaar. Nieuwe Maurten in de flessen en door. Eerst een stukje glooiend, wel lekker om er even in te komen. Daarna een fikse klim naar Col Champillon, dit is de één na laatste grote klim. Dan begint het overzichtelijk te worden in je hoofd. Toch is het nog 50 kilometer naar de finish dus ik probeer nog steeds reserve te houden in de klimmen, vooral om goed te kunnen dalen. Ik merk in de klim naar Champillon dat ik nog steeds 850-900m per uur kan klimmen zonder moeite, echt gaaf!

Boven vlak voor de col is een hut, ik hoorde van een bekende dat ze daar heerlijke cappuccino en tiramisu hebben. Ik besluit gewoon lekker te gaan zitten. Helaas de tiramisu is uitverkocht maar de cappuccino smaakt goed! Dan snel over de col. Achter de col ligt een heerlijke afdaling naar Saint Rhemy, eerst technisch later vlakker over brede paden. Ik loop echt heerlijk, ongelooflijk. Ik kijk om me heen met welke mensen ik het laatste stuk kan lopen, het gaat immers zo weer donker worden. Ik loop echter best lekker en merk dat ik eigenlijk alleen maar mensen inhaal, zowel naar boven als naar beneden. Ik besluit Marc zijn advies hierover in de wind te slaan. Nog maar één grote klim, het monster Col de Malatra van 2950m met bovenin de klim kabels.

Eerst Saint Rhemy, hier staan onverwachts Neeltje en Wobbe! Leuk, even kletsen. Ik voel me nog goed ondanks dat we 105 kilometer hebben gehad. Wobbe moedigt me aan dat ik top twintig kan lopen. Dat valt me niet tegen. Ik vertel hem dat ik nog 2000m moet klimmen en dalen over een technische klim, ik zie het wel, finishen lijkt me belangrijker. 

Na een soepje loop ik verder, de klim is lang en geleidelijk, met 400m voor de col een hut, Rifugio Frassati. Die ken ik dus dat is een mooi richtpunt om naar toe te leven. Maar eerst 1200m klimmen, eerst een mooi pad, daarna even een breder autopad. Halverwege ontmoet ik een man met een grote rugzak en een camera. We kletsen wat, hij is fotograaf en maakt foto’s van de lopers. Hij is op weg naar de Col, hij verwacht dat het nog open trekt. Helaas….het trekt dicht en gaat regenen! Ik hoopte voor het donker bij Frassati te zijn maar dat gaat letterlijk de mist in, door de regen is het vroeg donker en ik ga niet zo snel meer, vooral omdat het pad erg modderig is, we moeten door een soort koeienweide omhoog klooien door de mest en bubber. Die hut komt maar niet tevoorschijn!

De finale, zoals een finale moet zijn

Uiteindelijk komt Rifugio Frassati tevoorschijn, ik zit er eigenlijk wel wat door, zie tegen Col de Malatra op en het regent en is koud en donker. Ik ga bij de hut naar binnen, vraag wat soep en trek mijn jasje aan. De soep met pasta krijg ik niet naar binnen en ik heb het koud. Zal ik vragen of ik hier wat kan slapen? Het is tenslotte na tienen en ik ben al zo’n 25 uur onderweg. Ik denk terug aan de tips van Marc, zoek een loper om mee samen te lopen, toch wel een goede…echter iedereen gaat nog steeds veel langzamer….

Ik besluit de huttenwaard te vragen of er boven reddingswerkers zitten, dat is het geval, ik trek nog wat droogs aan en vertrek in de hoop dat het klimmen naar de col mij opwarmt. Ik weet dat het lastig is om boven te komen maar dat de achterkant makkelijk afdalen is, dus wijs mezelf erop dat ik de focus terug moet pakken. Dat lukt, door de kabels en touwen omhoog gaat in het donker niet echt snel maar naar beneden loopt het weer redelijk soepel. Ondertussen is het horizontaal gaan regenen dus het regenjack maar weer aan!

Nu nog één klein klimmetje naar boven en dan alles vlak of dalen. Bovenop het kleine klimmetje staan vrijwilligers onder een soort partytent met warme soep. Wat een helden want droog staan is bijna niet mogelijk en het is ook niet bepaald warm! Er komt een loper van de Tor Des Geants (330km) achter me aan en we besluiten samen door te gaan. Nog 12 kilometer. Ik daal wat sneller dan mijn nieuwe vriend maar wacht zo nu en dan. We lopen nog een stuk vlak over het blubberige UTMB parcours. Ik krijg een beetje last van mijn scheen, ik maak mezelf wijs dat het nog een uurtje is en dat ik niet moet zeuren. Vijf kilometer voor de finish komen we nog een post tegen, een beetje cola en meteen door naar beneden naar Courmayeur, met de zere scheen gaat het niet meer soepel maar het kan me geen zier schelen. Ik koers af op 28 uur en dat maakt me vrolijk! In Courmayeur wachten Wobbe en Neeltje, ze lopen het laatste stukje mee door de stille straten, wat een fantastisch gevoel! 28.01 uur is mijn eindtijd en hoe onbelangrijk ook, 22e.

Terugkijkend

Zo dat is hem dan, mijn verhaal, mijn gedachten onderweg, 28 uur lopen, ongelooflijk, ik kon me er weinig bij voorstellen. Aan het eind lijkt het begin heel ver weg. Ik had een plan maar dat moest ik bijstellen. Ik had weinig vertrouwen, die haal ik normaal uit mijn regelmatige trainingen en dat kon niet door mijn val. Maar een nieuw plan ontstond, met hulp van Marc, misschien een conservatiever plan. Maar dat gaf me wel een ongelooflijk goed gevoel en een sterke focus gedurende de race. Tot Rifugio Frassati heb ik in een roes gelopen. Heerlijk. Jammer dat we niets gezien hebben van de hoge bergen doordat het donker en regenachtig was. Misschien moet ik nog maar een keer 😉

 

Splash this around